Het ondergronds orkest
Periode | 29-08-1999 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | Documentaire |
Decennia | 1990-1999 |
Lengte | 110' |
Medium | televisie |
Externe info | Over Heddy Honigmann |
Beschrijving
Het Ondergronds Orkest is een documentaire van Heddy Honigmann over straatmuzikanten die in ballingschap op straat en in de metrohallen van Parijs door middel van de muziek proberen te overleven. De film gaat over de levens van deze musici, de verhalen die ze te vertellen hebben, de dingen die ze hebben meegemaakt en die ze meemaken. Door haar aanpak raakt de documentaire aan vele andere thema's, zoals armoede, racisme, Frankrijk's binnenlands beleid omtrent politieke vluchtelingen, dakloosheid, werkloosheid en segregatie tussen klasse en culturen. In dat opzicht heeft de documentaire ook een kritische ondertoon die echter nergens expliciet wordt uitgedragen. Het Ondergronds Orkest bevindt zich in wat Mario Guacarán (een Venezolaanse harpist) de "Nationale Muziekacademie van Parijs" noemt, de metrohallen zijn volgens hem "de ingewanden van de academie".
Makers
Regie: Heddy Honingmann
Producent: Pieter van Huystee
Research & Scenario: Heddy Honingmann, Nosh van der Lely
Camera: Eric Giuchard
Geluid: Piotr van Dijk
Montage: Mario Steenbergen
Geluidsmontage/mixage: Hugo Dijkstal
Mixage/Assistentie: Wim Post
Productieleiding: Manuela Hartsuyker
Uitvoerend producent: Hetty Krapels
Bureau-productie: Sylvia Baan, Suus Ruis, Carine Eijsbouts (VPRO)
Deze film kwam tot stand met steun van het Nederlands Fonds voor de Film, het Coproduktiefonds Binnenlandse Omroepen en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties.
Achtergrondinformatie
Romantische musici
De verschillende muzikanten die Honigmann spreekt komen vanuit de hele wereld. Enkele landen die voorbij komen zijn: Vietnam, China, Roemenië, Iran, Venezuela, Bosnië en Herzegovina, Oeganda, Algerije en Argentinië. Mario Guacarán, één van de muzikanten, spreekt dan ook over neo-nomaden, mensen die noodgedwongen uit hun moederland moesten vertrekken en die de wereld al spelende rondreizen. Zo zien we ook een Roemeense familie die voor een aantal maanden naar Frankrijk komen om muziek op straat en in de metro te maken, zodat ze daar in Roemenië van kunnen leven.
De musici verwezenlijken de romantische ideaal beelden die we van kunstenaars hebben; de gekwelde povere ziel met een onvoorstelbaar verleden, wiens enige werkelijke bezit zijn (muzikaal) talent is. Uitspraken als "Ik wil sterven in de muziek." en een Guineaanse muzikant die zegt; "Ik weet zeker dat wij met onze muziek alle tegenstellingen overbruggen." versterken de vorming van dit romantische beeld. Met als "hoogte punt" Miguel Angel Estrella, een Argentijn die in eigen land twee en een half jaar heeft vastgezeten en daarin continu gemarteld is, met een liefdevolle glimlacht stelt dat: "No se puede tocar la piano, si no le tiene la corazon generoso, abierto para explicar cosas." in de documentaire vertaald als: "Je kan geen piano spelen als je niet naar het leven lacht."
Stijl van Honigmann
De stijl van Honigmann wordt goed omschreven voor Raymond van den Boogaard in het NRC Handelsblad van 26 september 2008:
"Zoals in de meeste films van Honigmann - zelf uit Lima afkomstig en zeker sinds Metaal en melancholie1993) een van Nederlands belangrijkste documentairemakers - wordt de gruwel niet regelrecht als gruwel gepresenteerd. De empathie van Honigmann met haar personages - liefde bijna - spat van het scherm, waardoor de film iets luchtigs en vrolijks krijgt en de boodschap extra hard aankomt. ".
De kritieken zijn veelal lovend, hoewel Bianca Stigter in het NRC Handelsblad van 16 januari 1998 terecht opmerkt dat de titel uiteindelijk niet typerend is voor de documentaire:
"Het geeft niet meer dat Honigmann in de rest van de film een beetje rond de metro is gaan zwalken, muzikanten filmt die er nooit spelen, zoals de Argentijnse pianist die in een concertzaal over zijn martelingen vertelt. Evenmin doet het er nog toe dat Honigmann wegens de reeks bomaanslagen in de Parijse metro geen toestemming meer kreeg om meer ondergronds te filmen. Muziek en onverwacht geluk wordt door haar tovergreep het eigenlijke onderwerp van Het ondergronds orkest."