Van Dis in Afrika - productiebenadering
Terug naar productiebeschrijving
Karakterisering van de productiebenadering op basis van interviews met Ilja Willems (uitvoerend producent Kanakna) en Bart Luirink (researcher/redacteur Van Dis in Afrika en hoofdredacteur ZAM magazine)
Bron: scriptie 'What comes around, goes around' (student: Floor de Haas, MA Film- en Televisiewetenschappen Universiteit v Utrecht (2008))
VAN DIS IN AFRIKA
Benaderingwijze van personen, onderwerpen en locaties.
Concept en opbouw van de serie
Dat het om zeven afleveringen van 50 minuten zou gaan, stond al vast voordat er een inhoudelijke lijn voor de serie werd gevonden. De afleveringlengte van 50 minuten is gekozen vanwege de gangbare tijdslots bij de publieke omroep: een langer of korter durende aflevering is moeilijk te plaatsen binnen de aangehouden televisieprogrammering. De serielengte van zeven afleveringen werd bepaald op grond van budgettaire redenen.
Bart Luirink heeft het volgende statement geschreven over de inhoudelijke lijn van de serie:
‘Zuidelijk Afrika als het laboratorium voor het samenleven van mensen uit de eerste en derde wereld.’
Hoewel dit – vreemd genoeg - niet uit het statement naar voren komt, spreekt uit de titel VAN DIS IN AFRIKA, dat de serie in hoge mate draait om de persoon Adriaan van Dis. Deze keert vijftien jaar na zijn verblijf weer terug naar Zuid-Afrika. Er is voor gekozen de eerste aflevering te beginnen met een persoon en een locatie die gelieerd zijn aan Van Dis’ ervaring. Van Dis ontmoet de huishoudster van het logement waar hij verbleef, ten tijde van zijn studie Zuid-Afrikaans. De huishoudster woont in Williamstown, in een streek waar de belangrijkste leiders en vrijheidsstrijders van Zuid-Afrika zijn geboren: Mandela, Steve Biko en huidig president van Zuid-Afrika Thabo Mbeki. Dit wordt kort en alleen in de persoon van Steve Biko uitgelicht en vormt in het klein een symbolisch begin voor de inhoudelijke lijn van de serie. Met huishoudster Francis reist Van Dis naar Kaapstad, zijn oude studie- en Francis’ voormalige werkstad. De titel van de aflevering gegeven vanuit het perspectief van Van Dis: ‘Weerzien met Zuid-Afrika’. De locatie van de laatste aflevering is eveneens gekozen vanuit de biografie van Van Dis: Mozambique is het land dat hij een aantal keren heeft bezocht, nadat hij de toegang tot Zuid-Afrika kreeg ontzegd door het ANC.
Per aflevering staat een subthema en een regio centraal. Om hieraan invulling te geven werd gezocht naar mensen die zowel een link hebben naar het heden als naar het verleden. De gesprekken in de serie moeten zowel de vorige als de nieuwe generatie representeren. Vijf afleveringen worden besteed aan Zuid-Afrika, resp. de locaties Kaapstad & Oostkaap, Kwazulu Natal en het hierin gelegen Durban, Johannesburg & Soweto, Orania & Bloemfontein, en het grensgebied bij Zimbabwe, Rustenburg & Johannesburg. De overige twee afleveringen spelen in Namibie en Mozambique. De landen Zuid-Afrika, Namibie en Mozambique zijn tot onderwerp gekozen, omdat Van Dis deze landen heeft bezocht en in zijn boeken In Afrika (1991) en Het beloofde land (1990), heeft beschreven. Elk subthema wordt ingevuld aan de hand van één persoon ‘die het intellectuele niveau van Adriaan van Dis heeft’, 1 á 2 mensen die ‘een mooi verhaal kunnen vertellen’ over het onderwerp en korte ontmoetingen hieromheen. Het subthema wordt gerepresenteerd langs personen en locaties. Begraafplaatsen, een sloppenwijk, Soweto, Little India in Durban en de mijnen van Rustenburg zijn voorbeelden van onderwerpen waarbij een locatie - en niet een ontmoeting - als uitgangspunt wordt genomen.
De opbouw van de serie in afleveringen is bepaald door de vaststaande eerste en laatste aflevering en daartussen het idee van een aanééngesloten reis.
Research/redactie -benadering & -samenstelling
De redactie van Van Dis in Afrika bestond uit 6 leden: voormalig interim-directeur van Kanakna Hans de Clerq, huidig Kanakna-directeur Gert van Kerkhove, Vpro-eindredacteur Jan van Friesland en researchers Esther Gaarlandt (NIZA), Joost Bos (NIZA, journalist) en Bart Luirink (hoofdredacteur ZAM-magazine, correspondent in Johannesburg radio 1, bekende van Van Dis). In het researchproces zijn hierin Jan van Friesland, Bart Luirink en Esther Gaarlandt richtinggevend geweest. Op basis van hun bijeenkomsten werd Adriaan van Dis gevraagd naar zijn ideeën over de hierin aangedragen onderwerpen. Uitvoerend producente Ilja Willems (Kanakna) en regisseur Hans Pool (aangedragen door Kanakna, werkzaam voor de VPRO) zijn daarbij ook aanwezig geweest tijdens de bijeenkomst waarin de definitieve onderwerpen werden geselecteerd.
De meeste leden die deel uitmaakten van het redactieproces zijn als correspondent en journalist verbonden aan het NIZA . Bart Luirink is oprichter en hoofdredacteur van het voormalig aan het NIZA gelieerde africamagazine ZAM. Ilja Willems heeft echter voornamelijk reis- en realityprogramma’s geproduceerd – waaronder een televisieprogramma over de ook in Van Dis in Afrika voorkomende Zulu-bevolking - en kende daardoor zuidelijk Afrika vanuit een ander oogpunt. Het voor toeristen gebouwde Zuludorp dat Van Dis bezocht, alsmede de Mozambiquaanse rapper MC Roger die werd geportretteerd, illustreren haar inhoudelijke bijdrage.
Esther Gaarlandt startte in December 2006 met deskresearch. Bart Luirink en Joost Bos werden in Januari 2007 aangetrokken. Eind Februari zijn de onderwerpen vastgezet, Ilja Willems is tenslotte in Mei naar Zuid-Afrika gegaan voor voorgesprekken met de personen en locatieresearch. Deze reis is met name gemaakt om te onderzoeken welke locaties en personen tv-geniek zijn. Inhoudelijke voorgesprekken zijn op dat moment al gevoerd door lokale researchers die onder de hoede van Bart Luirink stonden. Het script is na deze voorgesprekken geschreven door Ilja Willems. De onderwerpen moesten als totaalnarratief volgens de logische continuïteit van een reis aan elkaar worden gelinkt. In enkele gevallen zijn, om die reden, in het programma voorkomende ‘toevallige ontmoetingen’ voorgeproduceerd. De Zimbabwaanse politiek vluchteling die als lifter werd opgepikt, vormde zo een brug tussen het item over bordercrossing aan de grens tussen Zimbabwe en Zuid-Afrika en het item over de werkomstandigheden in de mijnen bij Rustenburg.
Tijdens het draaiproces maakte het team gebruik van een lokale researcher die updates of aanvullingen op de in Nederland vergaarde informatie kon bespreken met Van Dis. Dit gebeurde o.a aan de hand van recente kranteberichten. Dit gegeven is onder andere terug te zien in de afleverering over Kwazulu-Natal en Durban, waarin Van Dis een volkspopulaire krant koopt en hieruit de artikelen over verkrachting en moord langs gaat en optelt. Minder zichtbaar komt dit terug in de actuele benoeming van de situatie die heeft geleid tot een protest in Kaapstad waarop Van Dis bij toeval stuit, tijdens een reis met huishoudster Francis in de eerste aflevering.
Tenslotte vormde Adriaan van Dis in eigen persoon een voor het programma essentiële inhoudelijke bron. Dit betreft niet alleen de voorkennis die Van Dis al bezit over het gebied en de onderwerpen (op grond van deze persoonlijke kennis zijn de onderwerpen in het programma immers geselecteerd), maar ook de literatuurresearch die hij ten tijde van de draaiperiode zelfstandig heeft gedaan. Voorafgaand aan elk interview met een publiek leider of bekend auteur, las hij zijn of haar meest recente of belangrijkste publicatie. Daarnaast bracht Van Dis nog een tiental in onderwerp gelieerde boeken mee op reis vanuit Nederland. In het programma wordt hier kort naar verwezen, bijvoorbeeld wanneer Van Dis wachtend op de ontvangst door het hoofd van de bevrijdingsbeweging SWAPO in Namibië, informeert of de met hem mee gekomen Nederlandse ambassadeur ook ‘zijn boek heeft gelezen’. Ilja Willems bevestigde dat Van Dis vele avonden en nachten lezend heeft doorgebracht als voorbereiding op diverse interviews.
Productie: samenwerking, productiekaders & draaiproces.
Van Dis in Afrika is een VPRO-serie, gecoproduceerd door televisieproductiebedrijf Kanakna. Van Dis was in een recent verleden als televisie gastheer gelieerd aan de VPRO, onder meer met het programma Hier is...Adriaan van Dis (1983-1992, VPRO). Kanakna is met het voorstel voor de serie gekomen en heeft hiervoor de VPRO benaderd.
Samenwerking met een publieke omroep heeft als consequentie dat het beschikbaar gestelde budget klein is en dus de productietijd zo kort mogelijk wordt gehouden. De ervaring met buitenlandproducties waarover Kanakna beschikt, vormde voor de VPRO het belangrijkste motief om deze samenwerking aan te gaan. Dit was het beginpunt voor een in het televisieklimaat vrij atypisch te noemen samenwerking tussen een sterk inhoudgerichte publieke omroep en bij uitstek format gerichte commerciële omroep.
Kanakna is een commercieel productiebedrijf, bekend van programma’s als PEKING EXPRESS en JAMIE’S KITCHEN. Het bedrijf werkt volgens het reality-format. Dit impliceert een specifieke programmadramaturgie en productiebenadering. Op dramaturgisch niveau betekent dit het construeren van een verhaal aan de hand van zgn. dynamizers. In de woorden van Ilja Willems gaat het in deze om ‘het creëren van dusdanige omstandigheden, die ervoor zorgen dat een hoofdpersoon heel blij wordt, heel verdrietig -, of van zijn stuk is’. Wat het filmen betreft, betekent dit ‘alles draaien dat potentieel tot emotie kan leiden’. Deze benadering is grotendeels overgenomen bij VAN DIS IN AFRIKA, dat in het produceren ervan voor Ilja Willems niet anders was dan bij de andere producties die Kanakna uitbrengt. Op grond van ‘een uitgewerkt beeld van wat er in het eindproduct te zien moet zijn’, is er een format voor de afleveringen opgesteld. De reality-benadering, die bij uitstek focust op de belevingswereld van een hoofdpersonage, komt aan het eind van deze paragraaf nog uitgebreid aan de orde, wanneer ik dieper in zal gaan op de invulling van twee elementen die voor een grote mate bepalend zijn voor het specifieke karakter van VAN DIS IN AFRIKA : de ingebouwde toevalsfactor en de persoonlijke relatie van de protagonist, hier Adriaan van Dis, tot het onderwerp.
De serie is in zeven achtereenvolgende weken gedraaid én er is zuinig gedraaid: negenenveertig draaidagen van acht uur (392 uur in totaal) leverde 130 uur aan film op. De kleine filmploeg bestond uit vijf tot zes personen: regisseur Hans Pool (regie, camera én geluid), uitvoerend producente Ilja Willems, een lokale researcher, een lokale tolk of producent en Adriaan van Dis. Naar gelang het onderwerp, gingen Joost Bos (Orania, Namibie) of Bart Luirink (Zuid-Afrika) mee. Het karakter van deze ploegsamenstelling is bijzonder te noemen, op grond van het feit dat de afzonderlijke leden aanzienlijk van achtergrond en leeftijd verschillen. Dit zorgde voor continue gesprekken en discussies onderweg, zo vertelde Ilja Willems. Van Dis zei in het interview in ZAM-magazine, dat gedeeltelijk over de televisieserie gaat:
‘Ik reisde met een Nederlandse equipe die de helft jonger was dan ik. Wisten zij veel. Maar: nieuwsgierig, veel vragen stellen. Na een paar dagen zie iemand al: “Wat doen die blanken hier eigenlijk? Moet je ze zien in die dikke auto’s, in hun villa’s achter schaamteloos hoge muren. De zee in!” En ik maar uitleggen over Jan van Riebeeck en op tekeningen aangeven hoe de Bantu-sprekende volken oorspronkelijk uit het hart van Afrika naar het dunbevolkte zuiden trokken’ (19) .
Bart Luirink vertelde lachend dat cameraman Willem van der Linde al op de eerste dag aan Van Dis zei, dat hij ‘eigenlijk nooit boeken leest’ en Ilja Willems hield een vooral een scherp oog voor het decor tijdens het draaiproces. Regisseur Hans Pool bracht daarnaast Van Dis af en toe bewust – maar effectief - uit balans. Bart Luirink illustreerde deze effectiviteit aan de hand van een interruptie die Hans Pool maakte tijdens gesprekken en interviews die Van Dis hield. De op intellectuele diepte ingestelde Van Dis, kreeg tijdens een interview met Chissano de opdracht van Hans Pool: ‘vraag hem eens waarom hij het steeds over ‘wij’ heeft’. Na het gepassioneerd beantwoorden van deze op het oog basale vraag werd Chissano ‘een stuk opener en losser’. De filmploeg behield zo een bundeling uiteenlopende perspectieven, die meer of minder zichtbaar hebben doorgewerkt in de onderwerpbenadering.
Iedere avond nam Hans Pool voor de camera met Adriaan van Dis gedurende een kwartier de gebeurtenissen van die dag door. Aan de hand van deze reflectie volgde een gesprek met de hele ploeg over de afgelopen en de volgende dag, waarin werd besproken hoe onderwerpen op grond van de informatie die dag verdere invulling konden krijgen. Met de hier opgezette strategie voor de komende interviews, bezoeken en gesprekken eindigde elke draaidag. De reflecties zijn als vast item gebruikt in de afleveringen.
In het selecteren van het decor van de gesprekken en interviews, is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van locaties waarbinnen de personen als handelende subjecten optreden. ‘Je wilt een blanke Zuid-Afrikaan natuurlijk dadels rapend op een plantage zien’, was in deze de verwoording van Ilja Willems. Uitzonderingen werden gemaakt voor sterk informatieve interviews, zoals bij auteur Allister Sparks, vanwege de ruis die een aandachttrekkende omgeving zou bieden aan de televisiekijker die zijn verhaal wil volgen. Maar ook hier geldt, dat een decor minstens aantrekkelijk moet zijn. Hoe keuzes hier rondom inhoudelijk doorwerken in een aflevering, illustreert Bart Luirink als volgt:
‘Moeletsi Mbeki wordt nu vooral gereresenteerd als directeur van Endemol ZA. Dit was eigenlijk alleen als decor bedoeld: even iets van de soap. Maar dan het verhaal over hoe het zo mis kon gaan met de black empowerment. Moeletsi wist hiervan tot in detail wie omgekocht is, met welk bedrag, op welk moment. Dit had veel inzicht kunnen geven in hoe dat opereert. Maar het is gesneuveld bij de eindmontage. Ilja (Willems,red.) en Hans (De Clerq, red.) vonden het een moeilijk verhaal. Adriaan heeft nachten gedacht over hoe dit in de montage te brengen is, maar het bleek niet mogelijk,want de lijn in de montage was al uitgezet. Uiteindelijk is er daar toch gekozen voor Allister Sparks: het decor was (een grote tuin voor zijn villa, red.) was interessanter.’
In het geval van de aflevering ‘Nieuwe Verhoudingen’, die onder andere in Johannesburg speelde, heeft de keuze voor decor het aangehouden thema zelfs op een andere manier ingevuld, dan vooraf door de redactie is besproken. Een goed verhaal laat zich toch minder goed visualiseren, zeker wanneer het onderwerp geweld betreft. Bart Luirink schetst de situatie:
‘In Johannesburg vormen de camerasystemen van de Carlton Tower het meest tv-genieke deel, maar eigenlijk was de ‘maakbaarheid van de samenleving’ daar inzet van het programma. Het maakbaarheidsgegeven kan goed worden geïllustreerd door de drie fasen die de Carlton Tower is doorgegaan, maar dit wordt maar heel kort aangetipt. De beelden van de schietpartij zijn van 6 jaar terug. De directeur wil natuurlijk ook dat zijn bedrijf goed in beeld komt. Van Dis reageert er natuurlijk op. Maar het verhaal is juist, dat zoiets nu nog maar één keer in plaats van tien keer per dag gebeurt. Door de manier waarop het nu getoond is, valt de ontwikkeling die er gemaakt is weg. (…) Het blijft moeilijk, want geweld is ook iets waar je naar wilt kijken.
De component ‘toeval’ binnen Van Dis in Afrika.
Met de belevingscomponent van Van Dis als voornaamste peiler voor de serie, staat niet het onderwerp afzonderlijk, maar de interactie tussen Van Dis en het onderwerp voorop. Toeval, of de schijn van toeval (zie de ‘voorgeproduceerde’ politiek vluchteling die als lifter werd opgepikt in de serie) intensiveert het idee van actualiteit bij de kijker. De interactie lijkt hierdoor versterkt. Het toevalskarakter van Van Dis in Afrika vormt een bewust ingebouwd element in de productie. Dit toevalselement is voor een aanzienlijk deel bepalend voor de soort ontmoetingen en de verscheidenheid aan ontmoetingen, die plaatshebben in de televisieserie. In onderstaande alinea’s zal ik deze factor benoemen binnen de domeinen van de conceptvorming, de research- & redactiebenadering en het draaiproces.
Toeval als ingebouwde factor in het concept.
Zoals eerder aangegeven, is de structuur van elke aflevering opgebouwd rond een gegeven aantal diepte interviews van intellectueel formaat zowel als van grotere verhalen. Daaromheen worden in de aflevering korte ontmoetingen en bezoeken gemonteerd. Van deze items is het grootste deel niet voorgeproduceerd. Dit zijn locaties of mensen die de filmploeg op hun reis tegenkomt. Het korte gesprek van Van Dis met de straatjongen in Namibië, is één van die toevalsitems. Het is het fragment waarnaar televisiekijkers die een brief schreven aan Adriaan van Dis in grote getalen verwezen, om hun sympathie voor de serie en vaak zelfs ‘respect’ voor Van Dis als protagonist te verwoorden.
Ook langere items zijn uitlopers van deze ‘strategie’. Zo resulteerde een ontmoeting in een Duitse bar in Namibië, in een korte trip met een Nederlandse Namibier naar diens Afrikaanse zwager. Deze pacht een hakkenbar bij de voormalig Nederlandse entrepreneur. De entrepreneur wijst tijdens het bezoek nog even op een supermarkt op de achtergrond, die sinds kort wordt beheerd en bezocht door zwarte Namibiers. Het is een gegeven dat doorheen de hele serie wordt vernoemd, maar dat telkens in beeld ontbreekt: de opkomst van de zwarte middenstanders. Bij toeval verschijnt dit beeld dan toch in een glimp aan de kijker.
Toeval als onderdeel van de researchbenadering.
Naast de in het format ingebouwde vrijheid om ter plekke gesprekken en gebeurtenissen te laten ontstaan en te filmen, is er ook ruimte voor redactionele adhoc beslissingen. Zo is de sloppenwijk op een oude begraafplaats, waar Van Dis kort spreekt met een werkloze jonge man in zijn woning en wordt aangesproken door een HIV-positieve jonge moeder met baby, een locatie waarover Ilja Willems hoorde spreken tijdens productiewerkzaamheden gedurende de opnames. In een ander geval is het een losse opmerking van een lokale researcher die tot een onderwerpitem leidt: op de vraag naar de algemene stand van zaken in Mozambique, zei hij ‘we hebben op het moment zo’n hype: een rapper die populair is in het land met ‘food en versace for the people’. Een kort interview met deze rapper is het openingsfragment van de aflevering over Mozambique geworden. Met zijn oorbellen, bril en versace-kleding is hij volgens Ilja Willems binnen het programma de belichaming geworden van de ‘nieuwe’ Mozambiquanen.
Toeval als inzet bij het draaiproces.
Gedurende de zeven weken dat de filmploeg in Zuidelijk Afrika rondtrok, is er in de meeste gevallen overnacht in pensions of bed and breakfast voorzieningen. Het is bewust zo gekozen, om ‘dicht bij de lokale bevolking te kunnen zijn en zo geestelijk en emotioneel bij het onderwerp te blijven’ . Die accommodaties worden, zo vertelt Ilja Willems, vaak gerund door Zuid-Afrikanen, Zimbabwanen of Engelsen die tijdens de apartheid naar zo’n plaats zijn gekomen: ‘die mensen hebben een verhaal’. Het item waarin Van Dis Zuid-Afrikaanse poëzie reciteert met pensionhoudster Mama Lo komt voort uit deze accommodatiekeuze.
Zoals eerder vernoemd, bestaat er de voorkeur om personen handelend te laten optreden in het programma. In het geval van oud-president van Mozambique Chissano, was een uitspraak in het stroeve voorgesprek dat Ilja Willems met hem deed, bepalend. Aangezien Chissano over zichzelf zei ‘Ik ben een man van het volk, ik wil geen standbeeld. Alle wegen en bruggen die je ziet, dat zijn mijn standbeelden’, kon ze hem overhalen ook daadwerkelijk met hen de wijken in te gaan. Eenmaal op straat gekomen, spreken twee Chinese bankinvesteerders Chissano aan. Een kort gesprek over de reden van hun komst naar Mozambique en de goedlopende economische samenwerking tussen China en Afrika, volgt. Het is een onverwachte verbreding van het perspectief dat de aflevering geeft op de opbloei van Mozambique, die uit de keuze om Chissano in de dynamiek van het straatleven te portretteren voortrolt.
De component ‘persoonlijkheid’ binnen Van Dis in Afrika
De persoon Adriaan Van Dis als uitgangspunt in het concept.
Gezien het feit dat de persoon Adriaan van Dis uitgangspunt is van het totale programma format, is deze component in relatie tot het concept al besproken in de voorafgaande paragraaf. Naast het gegeven dat personen en locaties uit zijn eerdere verblijf en reisverhalen opnieuw worden opgezocht, werd er ook gebruik gemaakt van een aanvangsstrategie om de relatie tussen de persoon Van Dis en de thematiek te intensiveren. De opnames van Van Dis in Afrika begonnen niet voordat er een juiste mindset bij Van Dis was gecreëerd: op de eerste dag reisde de equipe 1400 km aan één stuk, om Van Dis het reisgevoel te laten krijgen. In een autorit van Oostkaap naar Kaapstad zou je het gevoel krijgen, het hele land door te trekken. Ilja Willems motiveerde deze strategie als volgt:
‘Je moet het stof in je oren voelen, je moet het land doorademen, er doorheen geracet hebben, om met hart en ziel over het verscheurde land te kunnen praten’
De investering loonde, aldus Willems: ‘Hij had het gevoel al weken weg te zijn’.
De strategie onderstreept het idee van de focus op de beleving van Van Dis, als essentieel element in het programmaconcept.
Van Dis is een auteur en gepassioneerd literatuurliefhebber: zijn beleving van Zuidelijk Afrika is daarmee ook een literaire beleving. Vanuit dit oogpunt is ervoor gekozen per aflevering ten minste één auteur te portretteren.
De persoonlijkheid Van Dis als element in de researchbenadering.
Vanuit het reality-gegeven van de Dynamizers, werden er een aantal items geselecteerd, die niet overeenkwamen met de interesses van Van Dis. Deze elementen werden, anticiperend op de beleving ervan bij van Van Dis, toegevoegd aan het script of ter plekke tijdens het draaien ingebouwd. Het voor toeristen gebouwde zulu-dorp waar Van Dis overnachtte, was één van die ‘dynamizers’. Ilja Willems zegt hierover:
‘Toen was hij daar en hij vond het vreselijk. “Ik wil hier helemaal niet zijn!”, zei hij. Dus draaien: dat is een emotie die hij erbij heeft en die is heel goed overgekomen. Uiteindelijk zag hij ook wel in dat het een bizarre situatie was en dat hij daar misschien iets over kon zeggen.’
Het streven naar uiteenlopende belevingen bij de hoofdpersoon Van Dis, lijkt gelijk op te gaan met het opvoeren van nieuwe thematische invalshoeken binnen de aflevering.
De ‘factor’ Van Dis in het draaiproces.
Opnieuw speelt hier een reality-gegeven: ‘alles draaien dat potentieel tot emotie kan leiden’. Op de allereerste dag dat er gedraaid werd volgde de cameraman Van Dis naar de begraafplaats van Steve Biko, waar hij op eigen gelegenheid even wilde gaan kijken. Op de grafsteen van Biko vindt Van Dis een klein notitieboekje met daarin de handgeschreven woorden ‘shine, shine, shine’. Deze gebeurtenis, mét de ontroering die dit oplevert, is verwerkt in de eerste aflevering. De focus op de beleving van Van Dis als structurerend narratief, geeft de cameraman gedurende het draaiproces een andere motivatie om vanuit te filmen, dan in het geval van een minder protagonist-gerichte onderwerpbenadering. De vrijheid om vanuit te filmen is zelfs groter: de onderwerpen staan in het totale narratief ten dienste van de hoofdpersoon Van Dis. Dit maakt de afhankelijkheid van de onderwerpen, personen en locaties in tv-genieke en inhoudelijke zin minder groot. Wanneer de begraafplaats van Biko niets meer dan een zakelijke grafsteen in een net aangeharkt perkje blijkt, is er altijd nog Van Dis die de ontroering opvoert langs het boekje dat hij vindt.
De focus op de intensiteit van de interactie tussen Van Dis en de personen die hij ontmoet is inmiddels benoemd. Van Dis draagt hier als persoonlijkheid sterk aan bij, op grond van het feit dat hij veel van de talen in de onderwerpgebieden vloeiend kan spreken, inclusief een aantal basiswoorden uit het dialect van de Kwe-Kuh, een traditionele clan die in de serie wordt bezocht. Ilja Willems onderschreef het belang van deze taalschat, in het gegeven dat dit ‘hele directe contacten oplevert’. Ook de brede culturele en sociaal-maatschappelijke kennis van Zuidelijk Afrika die Van Dis bezit en waar vanuit hij mensen aanspreekt, werkt als essentiële katalysator in het gesprek. Dit kan variëren van een korte scherts naar rijke blanke Zuid-Afrikaners bij een tankstation, over het feit dat ze alleen in Zuid-Afrika zo met hun boot over de weg mogen en van het benoemen van een cakeje dat wordt gegeten met een jonge zwarte vrouwelijke accountant als afkomstig van de boerentraditie, tot het eerder vernoemde gezamenlijk opdragen van een Zuid-Afrikaans gedicht met pensionhoudster Mama Lo.
Het karakter van de gesprekken en ontmoetingen komt direct voort uit de persoonlijkheid van Van Dis. Bart Luirink zegt hierover:
‘Wat zo geprezen wordt in de serie, is het gemak waarmee hij iedereen aanspreekt. Wanneer je de zwarte accountant kunt laten zeggen, dat ze zich niet thuis voelt in de wijk omdat er ‘teveel witten wonen’, ben je een groot vakman. (…) Dat je als blanke achter de schermen kunt kijken bij de macht, criticus kan zijn, is natuurlijk onmogelijk. Er bestaat een uiterst getroubleerde situatie tussen hier en dáár. Een voorbeeld: Van Dis sprak met iemand in Natal die AIDS kan genezen. Hij kon haar niet interviewen, zei: hoe kan ik gelijkwaardig zijn, als ik hier niets tegenin kan brengen?. Ilja en Hans waren vóór. Ze zeiden: ‘Dit is hun cultuur’. Maar Adriaan wil mensen niet benaderen vanuit een apologetische houding. Maar door deze mensen tegen te spreken is de kans groot, dat ze zich niet openen in het gesprek. Het blijft lastig.’
Bij een aantal ontmoetingen lukt het Van Dis een open gesprekssfeer te creëren, juist door stereotype denkbeelden uit te spreken. Nadat Van Dis de hand heeft geschud van een terughoudende Jori Nkosi, vraagt hij: ‘En, zie ik eruit als een echte Hollander? De jonge voormalig vrijheidsrebel en muzikant met Pan-Afrikaans ideaal, lacht om deze opmerking en vertelt waarom dat hij nog altijd het idee heeft ‘te moeten vechten voor de vrijheid, ook na de vrijheidsverklaring’. Juist het gezamenlijk vaststellen van deze ongelijkheid in gesprek, maakt hier een gelijkwaardiger communicatie mogelijk. Ook dit gegeven ligt in de lijn met de weigering van Van Dis, om een apologetische houding aan te nemen tegenover de mensen die hij ontmoet. Het toevertrouwen van minder gewenste feiten die betrekking hebben op de relatie tussen de twee gesprekspartners vanuit hun lidmaatschap van een bevolkingsgroep, is iets, dat de beleefdheid overschrijdt. De persoonlijkheid van Van Dis als katalysator in het gesprek, heeft hiermee direct inhoudelijk effect binnen de serie.