Pieter Kramer

Uit B&G Wiki
Versie door DofT (overleg | bijdragen) op 11 jan 2019 om 14:40
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

"Wie gaat solliciteren moet er puik bij lopen, weten de mensen bij het Rotterdamse reïntegratiebureau. Ze proberen langdurig werklozen aan de baan te helpen en verwijzen sollicitanten door naar 'de kledingwinkel zonder kassa". Ook de 31-jarige, nog thuiswonende Theo komt er terecht voor een 'kansrijke garderobe', omdat hij eindelijk mag solliciteren'.

Deze plotbeschrijving is in het programma van het Internationaal Film Festival Rotterdam te lezen, onder de titel Dress for Succes. Dit 30 minuten durende ‘regiodrama in documentairestijl’, is onderdeel van de TV-serie RO TV. Wie het plot leest herkent zonder moeite de hand van Pieter Kramer, vaste regisseur van Theo en Thea, Ja zuster, nee zuster, Hertenkamp en 30 minuten. De ontmoeting van Kramer, Arjan Ederveen en Tosca Niterink leidt tot een carrièredoorbraak voor ieder van de drie. Voor hun eerste televisieprogramma Theo en Thea, mag het drietal alles zelf doen: spel, tekst, kleding, locatie, muziek. Geld speelt geen rol, want het is er niet.

Kramers’ regies gaan gelijk op met het uitvinden van nieuwe genres. De producties zijn daarmee edele elasticiteitstesten, zowel voor de formatgeoriënteerde omroepen, als voor de leden van zijn eigen crew. Voor Hertenkamp brengt Kramer de dramasoap bij de VPRO, onder begeleide van soapkoning Rogier Proper, oprichter van Doctor Proctor Scripts, de ‘scenariofabriek’ voor Goede tijden slechte tijden, Goudkust en Onderweg naar Morgen. De VPRO gedoogt het, zonder het te verwelkomen. In zijn plots neemt Linda de Mol als schoonmaakster deel aan Joan Collins cursus hoe sla ik een miljonair aan de haak in Ellis in glamourland, interviewt Maartje van Weegen Arjan van Ederveen als gehaaide politica Jeltje van Nieuwenhoven voor NOVA en voeren acteurs met zwervers een schaatsballet op in het nep benefietgala Daklozen on Ice. De producties ontwrichten een voor lief genomen representatie even rigoureus als een geroutineerde werkwijze of een stipt aangehouden organisatiestructuur. Naast de indrukwekkende reeks gerealiseerde producties, bestaan er dan ook tientallen afgewezen papieren ideeën.‘’Een beetje corruptie, een beetje guts, daar ontbreekt het aan’’, concludeert Pieter Kramer in een NRC interview in 1999, als de mentaliteit bij de omroepen ter sprake komt.

Pieter Kramer is een kind uit een vrijgevochten middenklasse gezin. Zijn ouders zijn beide advocaat. Grootvader is oogarts en filosoof en ontvangt met regelmaat moderne kunstenaars in zijn kunstsalon. Hij geeft de eerste ontwerpopdracht aan Rietveld. Kramer gaat naar het gymnasium in Geertekerk, waar hij in 1968 weggestuurd wordt, nadat hij zakt voor zijn eindexamen. Kramer, die recent zijn haar had laten groeien en hippiesjaaltjes droeg, krijgt te horen dat hij niet meer welkom is omdat "zijn habitus zo’n slechte invloed heeft op de andere leerlingen". Na zijn middelbare school volgt hij de Akademie voor Expressie in Utrecht en daarna een regieopleiding. Beide opleidingen maakt hij niet af. Zijn eerste baan vindt hij bij Theatergroep Carrousel. Hier komt hij in aanraking met het ‘collectief werken’, een werkproces waarin elke deelnemer op alle niveaus – tekst, regie, decor, publiciteit - bijdraagt aan een voorstelling.

Zo werkt Pieter Kramer nog altijd. Als regisseur en tekstschrijver blijft hij lang verbonden aan de theatergezelschappen Orkater en later het RO-Theater. Zijn tv en filmproducties ontstaan vaak op de werkvloer. Een rekbaar begrip, zo blijkt. Hertenkamp wordt opgenomen in Schoten, een villadorpje bij Antwerpen. Het veroorzaakt een stroom van klachten van bewoners over kleine verkeersopstoppingen door het maandenlange verblijf van de filmploeg. Voor RO TV is de werkvloer uitgebreid tot de stad Rotterdam: Kramer bedenkt karakters die hij in Rotterdamse situaties neerzet. In het samenspel dat vanuit die situatie ontstaat, grijpt hij in door van achter de camera korte instructies te geven. Het steeds terugkerende criterium hierbij is geloofwaardigheid. Spel en gebeurtenis moeten de schijn hebben van realiteit.

Kramer heeft aan een groot aantal tv producties en films gewerkt, maar zijn basis blijft bij het theater. Daar wordt nog ongeremd geëxperimenteerd met vorm. Sommige theaterproducties vormt Kramer om tot televisie- of filmproducties. Dit gebeurt bij de voorstelling Pi, Po, Pu, Pa en Pe van theatergroep Carver. Kramer schrijft het stuk, dat gespeeld wordt door onder meer René van ’t Hof en Beppie Melissen, om tot de televisieserie Muizen. In 2009 wordt Kramer’s musicalvoorstelling bij het RO-Theater, Lang en Gelukkig, verfilmd.

Wat Pieter Kramer betreft, is zijn keuze voor het vak van regisseur op niets anders berust dan stom toeval. Over zijn ambities zegt hij in het VN interview: ‘Ik ben zo wisselend in wat ik wil, dat ik niet oneindig bij een groep zou kunnen blijven. Ik weet eigenlijk ook nooit hoe ik mezelf moet noemen. Theaterregisseur, filmregisseur…voor hetzelfde geld ga ik over een paar jaar heel iets anders doen. Een hotel runnen bijvoorbeeld – ik heb een tijd een restaurant gehad. Of vrijwilliger worden bij de junks op de Wallen. Voor RO TV hebben we ook gefilmd in een hospice voor stervende mensen. Daar zou ik ook zo willen werken.’

De kans dat hij in die andere beroepstakken opnieuw voor regisseur gaat spelen is groot, zo blijkt uit Kramer’s eigen anekdote over de poppenkastpoppen van psychiaters en verplegers die hij heeft gemaakt tijdens een tijdelijke vrijwillige opname op een psychiatrische afdeling. En haalt hij dat theater niet in zijn eigen leven, dan brengt hij het wel in dat van een ander. Het heeft niet meer dan een simpel zinnetje nodig, zoals bij een opname voor RO TV, waarin een acteur een in een rolstoel belande bokser speelt die bezoek krijgt van zijn trainer. En dat is een échte Rotterdamse bokstrainer. : " 'Je moet gewoon een beetje liegen, dat doe jij toch ook bij jouw jongens, neem ik aan’,zegt hij tegen thai-bokstrainter Jan Pasztjerik, die de uiterst sombere bokser in een revlidatiecentrum moed komt inspreken. ‘Ik bluf mezelf ook altijd overal doorheen.’ En even later staat de volkse Pasztjerik, die nooit heeft geacteerd, tegen acteur Rogier Philipoom te roepen dat hij van hem houdt – een tafereel waar geen van de aanwezigen het droog bij kan houden.”


Bronnen: Vrij Nederland, 2 februari 2008 en NCR Handelsblad, 27 augustus1999