Tanja Koen
Naam | Dorothea Adriana Maria Koen-Ketelaar |
Geboren | Amsterdam, 9 december 1925 |
Functies | Omroeper, Presentator |
Bekend van | NCRV, Wie wil er mijn marmotje zien |
Periode actief | 1946-1985 |
Werkt samen met | Nico Bogaart, Han Rensenbrink |
Media | |
Gallery | Gallery |
Externe info | Dossier Beeld en Geluid: omroepers, het verdwijnen van een vak |
Tanja Koen in de media Oeuvre van Tanja Koen |
Tanja Koen heeft niet van jongs af aan bij de televisie willen werken. Haar grote droom is om balletdanseres te worden. Maar als Amsterdam, en daarmee ook haar balletschool, door de treinstaking in 1944 niet meer bereikbaar is, valt deze droom voor haar in duigen. In die tijd heeft ze haar man Peter Koen al ontmoet, waarmee ze in 1946 trouwt. Hij is journalist en wordt aangenomen als reporter bij de NCRV. Daar zijn ze op zoek naar een vrouwenstem voor omroepwerk. Na een stemtest slaat Tanja Koen aan het omroepen bij de radio. Dit doet ze vijf jaar.
Op het moment dat televisie zich aandient, wordt Tanja Koen vanuit de omroep gevraagd een screentest af te leggen. Zodoende komt ze als omroepster bij de televisie terecht. Vanaf de tweede experimentele uitzending van de NCRV is ze er bij. Ze werkt twaalf jaar lang voor deze omroep. In het begin is er twee keer in de week een uitzending en dat wordt verdeeld over de verschillende omroepverenigingen. Dus Koen is eens in de twee weken te zien, plus een kinderuitzending die ze ook doet. Ze wordt niet begeleid vanuit de omroep. Dat is in die tijd nog niet gebruikelijk. Zelf zegt ze dat ze op haar radio-ervaring drijft. Er is wel een groot verschil met radio-omroepen. Daar maken omroepers zelf hun teksten en zijn ze gebonden aan dingen die er op dat moment gebeuren. Bij televisie staan de teksten al vast en kan er misschien nog iets worden gewijzigd. Maar vanwege de startproblemen waarmee televisie in die tijd kampt, moeten omroepers zich toch min of meer aan de gemaakte tekst houden. Wanneer Koen met omroepen begint valt televisie nog onder de experimentele uitzending. Hierbij probeert iedereen iets uit zoals bijvoorbeeld, cabaret, toneelvoorstellingen, televisiespelen, interviews, gymnastiekuitzendingen en (politieke) discussies. Zo komt ook het eerste straatinterview tot stand.
In het begin ziet Tanja Koen haar collega-omroepers niet vaak. Hieronder vallen onder meer Hannie Lips, Ageeth Scherphuis, Verti Dixon, Mies Bouwman en Karin Kraaykamp. Verti Dixon is een erg dierbare vriendin van haar. Met haar gaat Koen naar zowel de lagere als de middelbare school en later trouwen ze beiden met een regisseur. Het is pas later dat Koen met haar collega-omroepers gevraagd wordt om gezamenlijk op te treden of naar evenementen te gaan. Ook wordt ze wel eens gevraagd voor openingen en modeshows. Als de BBC twintig jaar bestaat mag Koen Nederland vertegenwoordigen in Engeland. Hier ontmoet ze alle doorgewinterde omroepsters, wat ze als een hoogtepunt uit haar carrière beschouwt. Daarnaast springen de grote toneelproducties waaraan ze meewerkt er voor haar uit. Ze vindt het heel fijn om op het toneel te staan en daar bezig te zijn. In tegenstelling tot het omroepen mag ze daar wel beweeglijk zijn. Voor het programma Uit en thuis van Dick van Bommel moet ze naar een theater in Amsterdam. Producties, en ook het omroepen, op locaties vindt ze prachtig. Naast het omroepen wordt ze ook wel eens gevraagd om films in te spreken voor kinderen. In de jaren 1950-1960 worden televisie en omroepsters gezien als fenomeen. Hierdoor worden de omroepsters al snel aangesproken op straat. Koen heeft dit nooit vervelend gevonden, ze is altijd erg vriendelijk bejegend.
Ze geeft eerlijk toe dat ze niet zo ambitieus is en dat televisie op haar af is gekomen. Na haar omroepperiode gaat ze andere dingen doen. Het programma Dier en vriend, wat ze maakt met Nico Bogaart, spreekt haar erg aan. Daarnaast werkt ze mee aan het programma Wie wil er mijn marmotje zien met Han Rensenbrink en gaat ze met dierenarts Snelder op stap voor Van nature. Ze is panellid in Zo vader, zo zoon en werkt Koen mee aan Springtrofee, tevens een programma dat door Dick van Bommel is bedacht. Stedenspel, ook een kindje van Van Bommel, is één van de laatste programma’s waaraan Koen meewerkt. Dit doet ze tot ongeveer haar zestigste. Als ze zestig wordt doet ze mee aan een spelshow van Ron Brandsteder. Hij nodigt een aantal omroepsters, onder andere Els Nijssen en Maud van der Kroon, uit en vraagt of ze als de Dolly Dots op willen treden. Dus gehuld in blauwe kostuums wordt er een dansje ingestudeerd.
Tanja Koen is lid van de club van de "Gouden Meiden", welke Karin Kraaykamp in 1985 opricht. Zelf vindt Koen zich een slecht lid, omdat ze vaak niet aanwezig kan zijn. Maar zo nu en dan gaat ze wel eens mee naar activiteiten, zoals het bezoeken van een tentoonstelling of het maken van een excursie.
Als ze terugkijkt op radio of televisie kan ze geen keuze maken. Ze heeft met heel veel plezier bij de radio gewerkt. Het leuke aan dit medium vindt ze dat ze iemand tot fantaseren kan brengen. Maar televisie vindt ze ook heel spannend. Ze vindt televisie erg belangrijk, maar het leven dat ze leidt, eerst met haar man Peter en nu al lange tijd zonder hem en met haar kinderen beschouwt ze toch als het allerbelangrijkst.
Prijzen en onderscheidingen
Op 29 april 1977 wordt Tanja Koen benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.