Mahamoelia
| Periode | 1925 - 1928 |
| Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
| Genre | documentaire |
| Decennia | 1920-1929 |
| Medium | film |
Beschrijving
10-delige reeks uit de Maha-cyclus.
In het eerste deel wordt met een schip van de KPM de Beraoe-rivier opgevaren tot de kolen-bunkerplaats en een bezoek gebracht aan een kolenmijn. Daarna wordt de oliehaven Balikpapan bezocht. Vervolgens wordt er een tocht gemaakt op de Martapoerarivier te Bandjermasin met druk scheepvaartverkeer van gondels en bootjes.
In het tweede deel vindt een ceremoniele bijzetting plaats van kistjes met beenderen van gestorven Dajakkers in een dodenhuisje. Een jacht op mensenrovende krokodillen wordt voorafgegaan door het brengen van offers.
In deel drie wordt een tocht per hekwieler stroomopwaarts naar het binnenland van Borneo ondernomen. Dit levert vele opnamen op van oeverbebouwing van woningen, loodsen en vlotwoningen en van het ondoordringbare oerwoud op de oevers. Tot slot de vaart per prauw door de vele stroomversnellingen in de woest bruisende, pijlsnel stromende rivier.
In deel vier is de uit 4 man bestaande expeditie op weg naar Siangland in Centraal-Borneo en woont daar de bezweringdans van een zieke vrouw door Dajakpriesters bij. In het dorp Seripoi worden opnamen gemaakt van offerdansen door vrouwen en mannen en krijgsdansen door met zwaard en schild bewapende krijgers.
In de vijfde acte beelden van Padang, de treinreis door een overweldigend mooi landschap door de Padangse Bovenlanden. Fort de Kock wordt bezocht, waar onder andere het beroemde Karbouwengat en de Kloof van Harau gefilmd werden.
In deel zes wordt een bruiloftsstoet gefilmd in een Minangkabaus dorp, inclusief een gevecht van twee jongelingen gewapend met rotan rieten, ter opluistering van de bruiloft. Er wordt een bezoek gebracht aan een klappertuin waar een speciaal getrainde aap kokosnoten oogst.
In de zevende acte wordt een autorit ondernomen van Sibolga naar het Tobameer door onvergelijkelijk mooie landschappen. Vervolgens wordt een bezoek gebracht aan een Batakdorp waar een medicijnman een regendans en een offerdans uitvoert waarbij een karbouw het offerdier is. Een hondenslachter verkoopt een gerookte hondekop.
In deel acht beelden van de Zendingsleprozerie op de Karo-hoogvlakte, het verven van strengen garens, een bezoek aan de markt op het eiland Samosir in het Tobameer en jongens roeiend in prauwen, zwemmend en stoeiend in het water.
In het negende deel een bezoek aan het voor de westkust van Sumatra gelegen eiland Nias met beelden van de tocht langs de zee, door het binnenland en dorpen.
In de slotaflevering geneest een medicijnman een zieke door de ziekmakende geest uit te drijven. Vervolgens een statige dans van een rij danseressen en een krijgsdans inclusief spiegelgevecht.
Uit de films van de MAHA-cyclus werd in de jaren '30 de film Tropisch Nederland (met geluid) gemonteerd.
Makers
Regisseur, camera I.A. Ochse
Producent NIFM Polygoon.
