Glijspoelafstemming
Kristalontvanger met glijspoelafstemming
Het betreft hier een supereenvoudig radiotoestel. Corver beschrijft in een van zijn boeken hoe het werkt. Het ontwerp dateert van ongeveer 1913, voor de komst van detectie met behulp van een radiolamp. Het toestel bestaat uit een spoel van 6 centimeter doorsnede en 392 windingen van dun koperdraad. De antenne is via een verschuifbaar contact aan de spoel te koppelen en een kristal en hoofdtelefoon zijn via een tweede schuifcontact aan de spoel verbonden. Door de beide schuifcontacten langs de spoel te verplaatsen kan de ontvanger worden afgestemd op een zender. Door deze verschuiving wordt een deel van de spoel actief in het apparaat, met andere woorden, de zelfinductie varieert waardoor de gevoeligheid voor een bepaalde frequentie kan worden bepaald. Er is dus geen variabele condensator met een draaiknop aanwezig. De selectiviteit van deze ontvanger is niet groot maar in het begin, wanneer er nog maar heel weinig zenders actief zijn is dat geen probleem. Het apparaat werkt, en daar gaat het om. Met een flinke antenne kunnen sterke zenders worden beluisterd. De bouw van het toestel is zeer simpel. De spoel is op een plank gemonteerd en de behuizing van het kristal is in een keramisch stopcontact gestoken. Daarnaast is een contactdoos voor de hoofdtelefoon bevestigd.