De eliteschool
Periode | 1998 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | Documentaire |
Decennia | 1990-1999 |
Lengte | 62' |
Medium | televisie |
Beschrijving
De Eliteschool is een reportage van Hans Polak over het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam. Polak geeft een sfeerimpressie van het dagelijks leven op deze school, waarin vooral de docenten en de leerlingen van de klassen 4C en 4D centraal staan. Zij worden gevolgd op een kunstreis naar Londen.
Diverse leraren en leerlingen vertellen over het bijzondere karakter van het Barlaeus Gymnasium. De school streeft ernaar een zo breed mogelijk cultureel pakket aan de leerlingen mee te geven. Volgens de leraren en leerlingen zijn creativiteit, kwaliteit, kunst, vrijheid, positieve chaos en vooral een speciaal soort binding met de school kenmerkend voor het Barlaeus.
De reportage wordt op 8 september 1998 door de VARA uitgezonden.
Makers
Camera Meral Uslu, Hans van Paridon
Aanvullende (DV) camera Robert Oey, Hans Polak
Geluid Carla van Meijs, Ralph Westerman, Theo Andriessen
Kleurcorrectie Ronald van Dieren
On-line montage Arno Ouwejan
Off-line montage Emile Bensdorp
Research Robert Oey
Regie & Samenstelling Hans Polak
Achtergrondinformatie
Begin 1998 ontstond er, door een artikel in het Parool, ophef rond het Barlaeus Gymnasium. In het artikel werd de school neergezet als een elitaire witte school waarin de sfeer zou worden bepaald door het overwegend rijke grachtengordel publiek uit Amsterdam. Het Parool beschrijft een conflict waarin er binnen de school een verschil van mening is ontstaan over de vraag of het Barlaeus een kleine, witte school voor een sociale elite moet blijven of dat allochtone kinderen met enige taalachterstand er ook welkom zijn. Leraren zaten inmiddels ziek thuis of waren gesneuveld en zelfs de lokale politiek bemoeide zich met het conflict. Dit conflict werd het vertrekpunt van Hans Polak om een sfeerimpressie te maken van de school.
Polak oordeelt niet in de documentaire. "Ik wil geen rechter zijn', zegt hij. 'Ik draag de bouwstenen aan, de kijker mag zijn eigen oordeel vormen, of tot de conclusie komen dat het moeilijk is om te oordelen." In de documentaire is mede te zien hoe waarnemend rector Rob de Ruiter de kritiek uit het Parool af doet als nonsens. Hij noemt de reden voor de specifieke kritiek op het Barlaeus, de toegang van ouders tot de media. Kinderen van journalisten en de grachtengordel zitten op de school. Polak geeft de docenten en leerlingen de kans om zich tegen de kritiek te verweren, maar gaat vervolgens niet de discussie aan.
Journalist Cornald Maas vindt juist dat Polak daar een kans laat liggen. Hij schrijft op 12 september 1998 als reactie op de documentaire in Volkskrant het volgende: “Geregeld vraagt Polak zich af of er wel hard genoeg wordt gewerkt. Daarnaast filmt hij vooral culturele activiteiten. Maar zijn bange vermoedens over een gebrek aan werklust krijgt hij niet overtuigend bevestigd. Wat hij laat zien is niet heel specifiek voor het Barlaeus. Ondertussen geen woord over wat wel typerend was voor het Barlaeus: de affaires die de school, al dan niet terecht, in opspraak brachten, het conflict rond rectrix De Vries-Lentsch voorop. Polak beperkt zich tot een vage verwijzing: 'Deze school heeft de naam nogal eens een rector te verslijten.' Ook had ik wel een leerling willen horen die, als de oud-leerlinge die in de VPRO-gids wordt geciteerd, gebukt gaat onder de zelfgenoegzaamheid: 'Vanaf de eerste dag lag ik eruit. Het ergste was dat zelfs de leraren meededen.' Welk verhaal wil Polak vertellen? Hij doopte zijn documentaire niet voor niets De eliteschool. Maar een lerares zegt zelf al dat het Barlaeus een 'heel gevarieerd publiek' trekt: 'Niet alleen een grachtengordelpubliek, niet alleen kinderen van beroemdheden.' Polak komt niet verder dan een onderhoudend portret van goed gebekte, randstedelijke maar vooral ook alledaagse leerlingen met alledaagse puberstreken.”
Ook columnist Elsbeth Etty stoorde zich aan deze eenzijdigheid. Zij is wel van mening dat de school in de documentaire als elitair naar voren komt en keurt deze sfeer in haar column van 12 september 1998 in NRC Handelsblad als reactie op de documentaire als volgt af: “Het klassieke gymnasium leidt niet alleen op voor het diploma maar ook voor het leven: non scholae sed vitae discimus. Dat is ook de doelstelling van het Barlaeus, vertelde een docente Nederlands. En hoe prijzenswaardig ik dat ook vind, juist op dit punt werd mijn weerzin gewekt. In de documentaire leek het er namelijk op dat op het Barlaeus het leven wordt voorgesteld als een warm bad vol gelijkgezinden of 'een eiland van Barlaeanen', zoals iemand het formuleerde.Op dat eiland is maar weinig plaats voor anderen. Afgezien van een enkeling waren de gefilmde scholieren mij wat al te ingenomen met zichzelf en hun bestaan. Wat in alle toonaarden ontbrak, zowel bij leerlingen als leraren, was iets dat ook een toetssteen is voor kwaliteit, namelijk kritische zin. Niemand die Hans Polak te woord stond, toonde ook maar een spoortje van kritiek, zelfreflectie of twijfel. De zelfgenoegzaamheid droop van de gymnasiasten en hun leermeesters af. Het maakte geen elitaire, maar een sektarische indruk en zoals bekend kan het een leven lang duren om van een sekte los te komen.”