Ad. Burdet
Naam | Adolphe (Ad.) Burdet |
Geboren | Croix (Zwitserland), 19 september 1860 |
Gestorven | Bloemendaal, 1 augustus 1940 |
Functies | regisseur |
Bekend van | Vogelfilm |
Periode actief | 1887-1937 |
Werkt samen met | J.C. Mol, Jac. P. Thijsse |
Ad. Burdet in de media Oeuvre van Ad. Burdet |
Ad. Burdet was een pionier op het gebied van de vogelfotografie en – film. Burdet, een Zwitser van geboorte, gaf les in moderne talen bij de rijke familie Van der Vliet op het landgoed Elswout in Overveen. Daar leerde hij de oudste dochter Olga kennen. De overlevering wil dat het tweetal haar ouders op de hoogte stelde van hun wens om te trouwen en toen dit verzoek werd geweigerd naar het buitenland vluchtte om in Constantinopel in de echt te treden. Volgens de akten echter trouwden de twee op 11 juli 1894 te Bloemendaal. Wel verbleven ze langdurig in het buitenland. Rond 1902 keerde het paar terug naar Nederland en vestigde zich op het landgoed Lindenheuvel in Bloemendaal.
Omdat hij de nodige tijd om handen had, ging Burdet, een natuurliefhebber, op aanraden van de voorman van de natuurbescherming Jac. P. Thijsse vogels fotograferen. Burdet had al in Zwitserland met een eenvoudige camera leren werken. Hij schafte al snel een stereocamera aan en enige tijd later liet hij een speciaal exemplaar maken door de firma Schaap & Co. Gezeten in een schuiltent (die hij later door zijn persoonlijke chauffeur met de auto ter plekke liet brengen) wachtte hij geduldig af tot hij een goede opname kon maken. Net als andere natuurfotografen experimenteerde hij met verschillende technieken, bijv. door de sluiter met behulp van een balg vanaf grote afstand te bedienen. Hij was mordicus tegen verstoring van nesten om betere opnamen te krijgen.
Burdets stereofoto’s van Nederlandse vogels die in series op de markt werden gebracht, genoten grote populariteit. Ze werden onder meer op scholen gebruikt maar ook op talloze bijeenkomsten van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels. Vaak trad de enthousiaste Thijsse op als explicateur bij de beelden. Ook waren Burdets foto’s te zien als illustraties in artikelen en boeken. Geliefd waren ook de jaarlijkse ‘vogelkalenders’ met foto’s van Burdet en bijschriften van Thijsse.
In de tweede helft van de jaren tien waagde Burdet zich ook aan het filmen van het vogelleven. Omdat het veerwerk van de filmcamera verre van geruisloos was, moest hij de vogels aan het geluid laten wennen. Daarvoor gebruikte hij eerst een koffiemolen en later een speciaal voor hem vervaardigde ratelaar. In 1920 was de eerste Nederlandse Vogelfilm gereed, met ‘het bedrijvige leven van onze wei-, strand- en boschvogels’. In de loop der jaren volgden steeds meer opnamen die soms in reeds bestaande films werden verwerkt of als nieuwe films werden gepresenteerd. Net als bij de lichtbeelden liet Burdet het aan anderen - zoals Jac. P. Thijsse, W.G.N. van der Sleen of J. Drijver - over om zijn films van live commentaar te voorzien.
Thijsse vergeleek Burdets films zelfs met beroemde wijnmerken: "zoo kan ik u recommandeeren kemphaan 1927, koekoek 1925, wulp 1921, boschrietzanger 1924 enz". Er was geen jaarvergadering van Natuurmonumenten compleet zonder de ‘nieuwste film van Burdet’.
Met behulp van Burdets films werden ook wetenschappelijke controverses beslist. Zoals de kwestie van het koekoeksjong in een ander nest. Was het het jong of zijn ouder die het ei verwijderde uit het ‘gastnest’? In de film over het leven van de koekoek uit 1923 was duidelijk te zien hoe een koekoeksjong in het nest van een roodstaartje de jongeren van deze vogel eruit werkte.
In de loop van de jaren twintig ontstond een nauwe samenwerking met J.C. Mol van de Haarlemse filmfabriek Multifilm. Burdet liet al zijn films bij dit bedrijf afwerken. Toen Multifilm in 1928 in een naamloze vennootschap werd omgezet, stopte hij ook geld in de firma door de aankoop van aandelen. In 1937 werd bij Multifilm een compilatie van zijn films samengesteld, Met een Filmcamera door de Vogelwereld, met gesproken commentaar van Jac. P. Thijsse. In dat jaar maakte Burdet ook zijn laatste foto’s, van de middelste zaagbek. Dit bracht het totaal aantal soorten in zijn archief op 125.
In 1939 werd een broedgebied op het eiland Texel naar hem vernoemd: Burdets Hop.