TV-versierders bij Beeld en Geluid
Dit is de tekst van het programma van het symposium over televisievormgeving georganiseerd door Beeld en Geluid op 31 oktober 2008:
Vormgeving is beeldbepalend voor televisie en toch is naar de geschiedenis ervan nog maar weinig onderzoek gedaan. Beeld en Geluid wil met deze middag televisievormgeving onder de aandacht brengen en een impuls geven aan professionals, studenten en andere geïnteresseerden om zich te verdiepen in de geschiedenis van leaders, stationcalls en logo’s.
GASTHEER/ GESPREKSLEIDER
Max Kisman ontwerpt voor alle media: drukwerk, internet en televisie. U kent wellicht zijn werk voor Wired magazine in San Francisco, zijn lettertypes uit de Holland Fonts type foundry, of zijn televisievormgeving voor de VPRO in de jaren negentig. Maar deze ontwerper mengt zich ook graag in de discussie over vormgeving, hij schrijft artikelen, geeft lezingen en les op verschillende academies. Daarom treedt hij deze middag op als gastheer van het symposium. In het tweede deel van het programma leidt hij het gesprek met de andere drie ontwerpers.
SPREKERS
Esther Cleven is sinds 2004 bijzonder hoogleraar Moderne typografie en grafische vormgeving aan de Universiteit van Amsterdam. Deze leerstoel wordt ondersteund door de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers. Hoofdinteresse van de leerstoel is het verbreden van de visies op de geschiedenis van (Nederlandse) grafische vormgeving. Daarnaast is zij conservator grafische vormgeving bij het in juni van dit jaar geopende Graphic Design Museum in Breda. Esther Cleven vraagt zich ten eerste af waarom televisievormgeving niet of nauwelijks deel uitmaakt van de canon van Nederlandse vormgeving. Daarna zal ze aan de hand van enkele voorbeelden verbanden leggen tussen de geschiedenis van grafische vormgeving en die van televisievormgeving.
Charles Forceville studeerde Engels aan de Vrije Universiteit Amsterdam en werkt als docent Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam. Vanuit de cognitieve linguïstiek bestudeert hij picturale metaforen in foto’s en bewegend beeld in reclame en andere populaire kunstvormen. Zijn lezing richt zich op de historische ontwikkeling van reclamebumpers en hun rol als ‘grensmarkeerders’ tussen publieke en commerciële boodschappen. Door de komst van commerciële televisie is de zendtijd waarin geen reclame of programma wordt uitgezonden alleen maar kostbaarder geworden. Welke strategieën ontwikkelde de publieke omroep om hiermee om te gaan en wat betekende het voor de mogelijkheid van omroepverenigingen om hun identiteit op televisie te visualiseren?
ONTWERPERS
In het gesprek met de drie ontwerpers zal de relatie tussen ontwerper en omroep centraal staan. Vragen die aan de orde zullen komen: Waarin verschilt het werken voor een omroep van andere opdrachtgevers? Is er een verschil tussen omroepvormgeving en de vormgeving van programma’s? Wat is met de komst van de netprofielen, de verzelfstandiging van het facilitair bedrijf van de NOS en de komst commerciële zenders veranderd?
Jaap Drupsteen (Studio Drupsteen) is sinds eind jaren zestig een pionier op het gebied van audiovisueel ontwerp. Via de grafische afdeling van de NTS kwam hij begin jaren zeventig terecht bij de VPRO waar hij de aankondigingen van de omroepster met bosje bloemen verving door humoristische videografische ‘signalen’ met telkens een prominente rol voor het VPRO-logo. Daarna volgden muziektheaterproducties en stationcalls voor onder andere de VARA en IKON. Jaap Drupsteen is ook bekend als ontwerper van de laatste serie Nederlandse Gulden biljetten, het Nederlandse paspoort en natuurlijk de kleurrijke glazen gevel van het Instituut voor Beeld en Geluid.
Rob van den Berg (Beeldwerk) begon net als Jaap Drupsteen omstreeks 1965 bij de NTS als grafisch ontwerper met het maken van titelkaarten en titelrollen. In de periode bij de NTS (vanaf 1969 NOS) was hij betrokken bij een aantal belangrijke uitbreidingen die het werk van de televisievormgevers veranderde, zoals de introductie van kleurenzeefdruk, de elektronische trucage studio en de Amiga computer. Hij vertrok vlak voor de privatisering van het NOB in 1988 en startte met een aantal anderen bureau Beeldwerk. Rob van den Berg heeft onder andere stationcalls gemaakt voor RTL4 en de TROS en verder is hij verantwoordelijk voor de vormgeving van vele televisieprogramma’s, waaronder Per Seconde Wijzer, Twee voor Twaalf en Tien voor Taal.
Oskar Luyer is een van de ontwerpers van Captain Video, een concept-, ontwerp- en productiestudio voor bewegend beeld in Amsterdam. Ze zijn gestart in 1994 als video-jockey's in clubs en discotheken. Inmiddels zijn ze uitgegroeid tot specialisten in de vakgebieden motion graphic design, montage, regie, 3D animatie en software-ontwikkeling. Captain Video heeft voor verschillende omroepen gewerkt, ze maakte bijvoorbeeld programmaleaders voor Pauw & Witteman en Andere tijden en ze zijn bekend als de makers van LowlandsTelevisie.
TENTOONSTELLING
Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is niet alleen een archief voor bewegend beeld en geluid. Een aantal van de ondergrondse depots staan vol met professionele radio- en televisieapparatuur, rekwisieten, kostuums, televisie en radio ontvangers, ledengeschenken, zoals theelepeltjes, speldjes en vaantjes en andere objecten die te maken hebben met de geschiedenis van radio en televisie. Speciaal voor deze middag hebben we een kleine selectie materiaal uit de collectie tentoongesteld.
U kunt een tweetal apparaten zien die gebruikt werden voor het maken of in beeld brengen van televisievormgeving. Zo is er een klapstandaard te zien, deze werd gebruikt voor het opnemen van titelkaarten. Verder zijn de incomplete overblijfselen van de Quantel Paintbox naar boven gebracht. Deze computer werd omstreeks 1986 door de NOS voor drie ton aangeschaft voor de televisievormgevers. Het was een revolutionair, maar lastig te bedienen apparaat waarop men bewegend beeld digitaal kon bewerken.
In de vitrinekasten is een kleine selectie uit het grafisch materiaal uit onze collectie tentoongesteld. Het laat zien hoe gevarieerd het werk van televisieontwerpers is: er liggen onder andere storyboards van Jaap Drupsteen uit begin jaren zeventig voor de bekende VPRO signalen, animatiemateriaal voor kinderprogramma’s van Henk Vermolen en Hans de Cocq, bewegende titelkaarten voor een televisiecursus Frans en enkele van de honderden landkaarten die de NOS grafici jarenlang maakten voor het NOS Journaal.
Tijdens het symposium krijgt u ook de gelegenheid om vier titelrollen uit de collectie van Beeld en Geluid te bekijken. Vanwege hun lengte en kwetsbaarheid worden deze rollen bijna nooit tentoongesteld. Na het eerste deel van het symposium kunt u twee titelrollen in zwart-wit zien, waarvan één rijkelijk geïllustreerde rol van Hans de Cocq uit 1964. Van de andere rol, een aftiteling van een Sinterklaasprogramma uit 1968, uit de nalatenschap van regisseur Loet Steenbergen is de ontwerper niet bekend. Na afloop van het symposium worden twee titelrollen in kleur vertoond. Deze zijn ontworpen door Ton Holst, de eerste grafisch ontwerper in dienst bij de Nederlandse Televisie Stichting. U ziet de openingstitels voor Zeg maar Jacco uit 1965 en Een land waard om in te leven uit 1977.
AVONDPROGRAMMA
Het avondprogramma heeft twee bijzondere vertoningen:
In 'Tv Design: For Whom?' (NOS,1986) proberen ontwerper Frans Lasès en programmamaker Leo Akkermans erachter te komen wat nu eigenlijk het nut is van vormgeving op televisie. Hebben kijkers het in de gaten als de leader van het journaal weg gelaten wordt? Hoe herkenbaar zijn de logo’s die de omroepverenigingen gebruiken? Deze reportage werd oorspronkelijk gemaakt voor een (Engelstalig) congres in Keulen en is niet eerder voor Nederlands publiek vertoond. De film wordt ingeleid en nabesproken door Frans Lasès met dezelfde tekst waarmee hij de film in 1986 op het congres presenteerde.
The Flood (NOS, 1985) van Jaap Drupsteen laat zien hoe televisie er uit kan zien als ontwerpers hele programma’s maken in plaats van alleen de leader en de aftiteling. Igor Strawinski componeerde het muziekstuk “The Flood” in 1961-1962 speciaal voor televisie, maar eigenlijk vond hij dat concerten op televisie ‘een immense verveling’ waren om naar te kijken. Jaap Drupsteen visualiseerde Strawinski’s opera met een combinatie van grafiek, live-action en trucage. Dat resulteerde in een televisieproductie die Strawinski onmogelijk saai zou kunnen noemen en waarvoor Drupsteen in 1987 de prestigieuze televisieprijs ‘Prix Italia’ ontving.
De vertoning van THE FLOOD wordt vooraf gegaan door een fragment uit het retrospectief dat Renske Douwes Dekker in 2006 (VPRO/Geschiedenis) over het werk van de ontwerper maakte. Hierin komt Jaap Drupsteen aan het woord over de vele muziektheaterproducties die hij als vormgever en regisseur heeft gemaakt.