Radio Oranje: Maandag 8 februari 1943
Middaguitzending niet bewaard
Avonduitzending niet bewaard. Bevat item: H. J. van den Broek: Landverrader Seyffardt vermoord.
(De in 1934 gepensioneerde Nederlandse Luitenant-Generaal Hendrik Seyffardt werd in juli 1941 door Reichskommissar Seyss-Inquart aangesteld als commandant van het Nederlands Vrijwilligerslegioen dat ingedeeld werd als onderdeel van de Waffen-SS bij de Duitse inval in Rusland. Op donderdag 4 februari 1943 werd via de Nederlandse nazi-radio zijn naam genoemd als minister in de toekomstige NSB-regering. Hij werd op vrijdagavond 5 februari thuis neergeschoten door deelnemers van de verzetsgroep CS-6 en stierf de volgende dag. Het Duitse Rijkscommissariaat reageerde direct door razzia's te organiseren aan de universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Delft en Wageningen waarbij ook de Nederlandse politie werd ingeschakeld. Toen CS-6 op zaterdag 7 februari weer een aanslag pleegde op de NSB-ministerskandidaat voor Volksvoorlichting en Kunsten Hermannus Reydon - waarvan de Sicherheitsdienst (SD) op de hoogte was, via de sinds eind 1941 als verzetsman opererende Nederlandse SD'er Anton van der Waals - werd dat niet bekend gemaakt in de pers, om CS-6 op te sporen en uit te kunnen schakelen. {Reydon stierf pas 23 augustus 1943 aan zijn verwondingen en kreeg evenals Seyffardt een 'Staatsbegrafenis'.}Toch werden in het hele land van 9 tot 10 februari weer razzia's onder mannelijke studenten, scholieren, op kantoren, werklaatsen en op straat gehouden, omdat de bezetter in december 1942 besloten had 7000 jonge Nederlandse mannen extra voor de Arbeitseinsatz in Duitsland in te zetten. De 1200 gepakten bij deze razzia's werden evenals de 600 opgepakte studenten van de razzia van 6 februari opgesloten in het in januari 1943 geopende Konzentrationslager Hertogenbusch te Vught. Zo werd de aanslag op Seyffardt het begin van een omslag in de houding van de Nederlandse bevolking jegens de bezetter en de NSB'ers, die resulteerde in de landelijke {'April-mei'} stakingen van 1943. CS-6 was van het Amsterdamse gezin Boissevain in 1940 gegroeid via onderduikershulp tot een groep vervalsers en saboteurs met connecties in de illegale CPN in 1942 naar een groep van ruim 60 deelnemers, hoofdzakelijk bestaande uit jonge mensen van 17 tot 24 jaar oud: mannelijke en vrouwelijke studenten en scholieren. De naoorlogse verklaring van CS-6 is zowel Corellistraat 6, het huisadres van het gezin Boissevain als 'Centrale voor Sabotage' van de CPN. Van alle verzetsgroepen pleegde CS-6 de meeste NSB- en SD-liquidaties. Van de deelnemers waren in oktober 1943 al meer dan 30 gefusilleerd en meer dan 10 gedeporteerd naar buitenlandse concentratiekampen.)