Gijs Stappershoef
Gijs Stappershoef is een van de pioniers van de Nederlandse televisie. Na de Tweede Wereldoorlog richtte hij in Groningen de Regionale Omroep Noord (RON). Halverwege de jaren '50 werd hij door de VARA als regisseur naar Hilversum gehaald. Zijn loopbaan als regisseur bevat onder andere programma's met Tom Manders, Rudi Carrell, maar ook "Publieke tribune" en het kwis programma "Weet wat je waagt"met Theo Eerdmans.
Als hij door de VARA gevraagd wordt om televisiedirecteur te worden, onstaat onder zijn leiding het roemruchte "Zo is het toevallig ook nog eens een keer". Een conflict met de leiding van de VARA over juist dit programma was voor hem aanleiding ontslag te nemen. De volgende jaren zou hij als docent aan verschillende opleidingen werkzaam zijn. Zo was hij docent bij Santbergen de voorloper van wat nu de "Media-academie"heet en geeft hij les aan de Filmacademie en de school voor journalistiek in Utrecht.
Zijn credo: 'iedereen kan regisseren' het ligt hoofdzakelijk aan de bagage die je daarbij meeneemt. Hij vond dat een journalist, een acteur, een arts of desnoods een wetenschapper 'vanuit hun vak' iets met het medium tv moeten doen.
Velen hebben het vak van hem geleerd of zijn door hem ontdekt en kregen de gelegenheid om hun talenten te ontplooien. Sonja Barend, Ellen Blazer, Bob Rooijens, Jan Keja, Jop Pannekoek zijn enkelen van de velen die optimaal uit de verf kwamen door de stimulans die Stappershoef hen gaf.
Na zijn pensionering blijft hij zich bemoeien met de media. In 1996 schreef hij een stuk in het dagblad Trouw. Hij stelt hierin o.a., dat de begeleiding vanuit de wetenschappen bij de media tekortschiet. Alleen in reclame wordt wel wetenschap toegepast. Programma's worden op intuïtie gemaakt. Hij meent dat de 'onbekende' Nederlander, b.v. in quizzen, als 'vodden' behandeld wordt en systematisch wordt gedebiliseerd. De politiek èn de journalistiek hebben een taak de democratie te beschermen d.m.v. de media.