Batterij
Een leven zonder batterijen kunnen we ons niet meer voorstellen. Ieder huishouden heeft er enkele in gebruik, bijvoorbeeld in de CV thermostaat, de wandklok en de afstandsbediening van de televisie. Ze bestaan in veel uitvoeringen, van de zware lood/zuur-accu in de auto tot de minibatterij in een gehoorapparaat. Hun doel is overal hetzelfde, maar de bouw is zeer verschillend.
In Italië deed Luigi Galvani in de tweede helft van de achttiende eeuw de ontdekking dat twee pennen van verschillend metaal die in een kikkerpoot werden gestoken de spieren daarin deden samentrekken. Dat wordt veroorzaakt door de elektrische stroom die wordt opgewekt wanneer de twee verschillende metalen in een geleidende omgeving elektronen doen stromen van de ene naar de andere pen. Een andere onderzoeker uit dezelfde periode, Alexander Volta experimenteert ook en ontdekt dat twee platen van koper en zink die in een zoutoplossing zijn gedompeld elektriciteit opwekken. Door een aantal van deze platen te stapelen krijgt hij het voor elkaar en hogere elektrische spanning op te wekken. Dit is de beroemde “Zuil van Volta”. Zijn naam blijft verbonden met het begrip spanningsverschil dat tegenwoordig wordt aangegeven met het begrip Volt.
Het woord batterij stamt uit het militaire jargon. Het betekent daar een opstelling van enkele stukken artillerie naast elkaar. Tegenwoordig bestaan de batterijen uit een opeenstapeling van kleine metalen plaatjesmet daartussen een chemische stof, het elektrolyt. Veel van deze stoffen zijn schadelijk voor het milieu en de batterijen dienen na gebruik te worden behandeld als chemisch afval. Een batterij heeft een plus en een minkant. Hij levert gelijkspanning. Het is dus belangrijk om de batterij op de juiste manier te plaatsen. Bij oplaadbare batterijen wordt de batterij of accu aangesloten op een stroombron, een accu- of batterijlader, die het chemische proces in de batterij omkeert. Na oplading kan de batterij weer stroom leveren.