Weerzien met Bud
Periode | 1979 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | documentaire |
Decennia | 1970-1979 |
Lengte | 46'03" |
Medium | televisie |
Beschrijving
Een ontwikkelingsproject dat mislukt, zorgt voor veel ellende. De firma Bud of California start in 1975 een landbouwproject in Senegal. Bud verbouwt luxe groentesoorten voor de Europese markt. Door watergebrek en slecht beleid raken delen van de akkers verdroogd en mislukt het project. De blanke leiding wordt vervangen door leidinggevenden uit Senegal zelf.
Het tweede deel van de documentaire gaat over de Afrikaanse afhankelijkheid van het westen. Buitenlandse ondernemingen zoals Bud, krijgen veel voordelen als ze zich vestigen in een ontwikkelingsland. Hierdoor wordt Senegal opnieuw afhankelijk.
Toelichting door André Truyman: Op uitnodiging van Bud Holland,dat veel ontwikkelingsgeld had verworven van FMO en anndere hulporganisaties, maakte ik in 1975 een eerste reportage over een grootschalige aanpak van de traditionele lanbouw van individuele boertjes in de streek van Rufisque in Sénégal.Deze regio lag aan de rand van de droge Sahelzone. Met enthousiasme verscheen niemand minder dan president Senghor zelf voor onze camera. In 'Le Soleil' de grootste krant van de hoofdstad Dakar, werd Bud-Senegal bij een FAO-conferentie als succesvol voorbeeld gesteld voor de Afrikaanse landbouw van de toekomst. Maar bij het slot plaatste ik toch enkele vraagtekens bij de toekomstige levensvatbaarheid van dit project. Mislukte projecten worden nooit met name genoemd. En er waren berichten dat het Bud tegen zat. Daarom vond ik het nodig om vier jaar later terug te gaan. In maart was het oogsttijd maar het land was grotendeels gortdroog en dor. Tegelijk filmden we enorme bergen rubberen slangen die niet meer op het land lagen.Er bleek ook een 'wereldverliesrecord' te worden geboekt per hactare. De oprukkende Sahara-woestijn had vrij spel gekregen in een gebied waar terwille van de landbouw duizenden hectaren ontdaan waren van de prachtige baobabs. Toch deed deze - nu - zwarte directie het voorkomen alsof er als tevoren geproduceerd werd.De logistiek klopte niet helemaal. Zo filmden we dure paprika's die aan de koeien werden gevoederd. In het tweede deel vroeg ik de ontwikkelingsexpert Samir Amin (directeur van een VN-instelling voor onwikkelinseconomie en planning) om commentaar op een rapport van het Europees ontwikkelingsfonds over Bud. Hij vatte het ongeveer zo samen:"Dit document is een openbaring.Het project Bud-Senegal blijkt helemaal geen ontwikkelingsproject te zijn. Het is een uitbuitingsproject.Wat het kapitaal zoekt en wat het onwikkeling noemt, is toegang tot de natuurlijke bronnen van de Derde Wereld-landen. Grondstoffen, maar ook landbouwgrond en goedkope arbeid. Hier zijn de loonkosten nooit hoger genotteerd dan 10% van de productiekosten, inclusief de enorme salarissen vann de buitenlandse specialisten.Daarbij is er voor de Senegalezen maar weinig overgebleven. M.a.w. zo'n instelling gaat over naar een hoger stadium van kapitalistische uitbuiting, de bestaande landbouw betrekkend in het geheel van agrarische industrie die wordt gedomineerd door de multinationals.Het project is niet mislukt omdat er geen winsten werden gemaakt. Bud Holland maakte die wel degelijk winst op de omzet van de produkten in Europa. Ook heeft een aantal buitenlandse ondernemingen belangrijke winsten gemaakt. Alleen al de luchtvaartmaatschapppijen bvb.Maar het project mislukte omdat het slechts kon renderenop voorwaarde dat de Senegalese regering de infrastructuur voor haar rekening nam. En toen men voorzag dat hiervoor een terugbetaling nodig was - al was het gedeeltelijk - bleek het project niet rendabel !" Met het water ging het helemaal mis. Te weinig en te kalkrijk voor de doorstroming van de 'goute-à-goutte'.Met kundige Isrëlische technici was men een eind gekomen, maar het was uiterst gespecialiseerd wer.Bergen pvc-slangen lagen er in de schroeiende zon. De buitenlandse expats stapten op omdat de regering meer en meer medezeggingschap wilde (door het eigen geld wat ze erin pompte). En een alternatief plan bood weing kans op succes.Amin:"Omdat de moderne verbouwingskosten steeds stijgen door het gebruik van industriële hulpmiddelen, gaan de kleine boeren er niet op vooruit.Integendeel worden zij op hun beurt geproletariseerd".
Na uitzending door de KRO werd de documentaire,ingesproken door Ben Sombogaard (toen nog op 16 mm/film) vele jaren gebruikt als aanschouwelijk lesmateriaal door CEVNO. Mat van Hensbergen en Ruud van Buuren waren de cameramensen.
Makers
Regisseur, productie, scenario André Truyman
KRO.