Kortsluiting
Kortsluiting, ook wel kortaf Sluiting genoemd. Het betekent dat de elektrische stroom een kortere weg kan afleggen dan de bedoeling is. Het gevolg is meestal uitval van de stroomvoorziening of schade aan de apparatuur. Wanneer de stroom een korte weg met weinig weerstand vindt zal hij die weg kiezen. Het gevolg is een enorm hoge stroom die bedrading zo heet maakt dat er brand kan ontstaan. Elektrische stroom behoort door een daarvoor ontworpen apparaat te gaan. De weerstand van zo'n apparaat, neem bijvoorbeeld de radio, is hoog zodat de stroomsterkte beperkt is. Het apparaat gebruikt de energie van de stroom om te bewegen of om geluid te maken. Door de weerstand die het apparaat aan de stroom biedt loopt de stroom in een afgemeten mate door de draden. Als een defect, kortsluiting door bijvoorbeeld slijtage aan draden of oververhitting, teveel stroom doorlaat spreekt men van kortsluiting. Om elektrische installatie te beschermen tegen oververhitting en daardoor brandgevaar, gebruikt men zekeringen die de stroom onderbreken wanneer er teveel stroom door gaat. De installatie is dan snel zonder spanning. Wanneer de oorzaak van de te grote stroom is weggenomen kan een nieuwe zekering worden geplaatst.
Tegenwoordig wordt de aardlekschakelaar veel toegepast. Wanneer de stroom in de aanvoerdraad hoger wordt dan die in de retourdraad, dit kan het geval zijn wanneer u een stroomvoerende draad zou aanraken, dan schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit. (Zie ook: Kortsluitingbestendige voeding)