Alberts Frères

[[Image:|center|thumb|250px|]]
Naam	Alberts Frères
Oprichting	1900
Oprichter	Willy Mullens
Werknemers	Albert Mullens, Willy Mullens
Locatie	Den Haag
Bekende producties	Leger- en Vlootfilm (Holland Neutraal), De mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort

Beginjaren

De gebroeders Albert en Willy Mullens worden aan het eind van de negentiende eeuw door hun moeder meegenomen naar Parijs. Ze zien daar de films van de Gebroeders Lumière. De heren Mullens raken hierdoor geïnspireerd en kopen een aantal van deze films, die ze vanaf 1901 vertonen in hun eigen reisbioscoop. Ze geven hun kersverse bedrijf de naam Alberts Frères, in het Frans, omdat de filmmarkt op dat moment door de Fransen wordt gedomineerd. De eerste jaren springen zij nog niet in het oog, maar daar brengen de broers snel verandering in. Zij zorgen ervoor dat ze een mooie, luxueuze tent hebben met goede muzikale begeleiding, technisch perfecte projectie en altijd de nieuwste en mooiste films uit binnen- en buitenland.

Hun films worden een van de meest populaire attracties op de kermissen door heel Nederland. Het is voor Alberts Frères belangrijk steeds nieuw publiek aan te trekken. Daarom wijzigen de broers om de paar dagen het filmprogramma. In de wintermaanden verblijven Albert en Willy Mullens in de Haagse Kunstkring, waar zij een paar keer per week voorstellingen organiseren.

Les rois de bioscope

Alberts Frères gaat vervolgens ook zelf films maken en specialiseert zich in “practical jokes” en slapstick. De meest succesvolle productie is tevens een van de oudste Nederlandse films; De mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort. De film is gefilmd door Albert en geregisseerd door Willy, die ook de hoofdrol moest vertolken nadat de oorspronkelijke hoofdrolspeler van zijn verloofde niet zonder een pantalon voor de camera mocht. Grote populariteit verwerft Alberts Frères met de 'sprekende bioscoop' (filmvertoningen met grammofoongeluid) en met de zelf geproduceerde korte speelfilms en documentaires. Het merendeel van deze films nemen de broers in de jaren na de eeuwwisseling op in hun eigen atelier in Breda. Zij maken ook in iedere standplaats opnamen van lokale gebeurtenissen. Dergelijke beelden zijn bijzonder populair bij het publiek. Dankzij hun voorstellingen, 's zomers in een bioscooptent en 's winters in verenigingsgebouwen en theaters, worden zij geprezen als “les rois de bioscope”. Willy Mullens maakt ook naam als explicateur. Vanaf 1909 leggen de gebroeders Mullens zich steeds meer toe op vertoningen op vaste locaties. Zo exploiteren ze onder andere bioscopen in Haarlem en Den Haag.

1912-1918 De laatste jaren

Na ruim twaalf jaren met hun reisbioscoop rondgetrokken te hebben langs kermissen en jaarmarkten, besluiten de Alberts Frères in 1912 een punt te zetten achter hun rondtrekkend bestaan. De ‘rois des bioscopes’ realiseren zich dat hun reisbioscoop geen toekomst meer heeft sinds in de grote steden vaste bioscopen als paddenstoelen uit de grond schieten. Albert blijft zich bezighouden met een oude gevestigde kunstvorm, het theater, en wordt directeur van het Grand Théâtre in Amsterdam. Willy stort zich daarentegen op de nieuwe kunst-in-wording, de film, en wordt directeur van een bioscoop in Den Haag. Het is waarschijnlijk dat de Alberts Frères de risico’s willen spreiden en daarom elk voor een andere woonplaats en een andere vorm van publiek vermaak kiezen. Dat Willy de filmvertoning voor zijn rekening neemt, ligt voor de hand, gezien zijn grote populariteit als explicateur. Ook het feit dat hij in Den Haag blijft, gezien het succes dat Alberts Frères van 1905 tot 1912 in die stad genoten hebben bij hun ‘overwinteringen’ in de Kunstkring. Dat is ook de reden dat hij zijn activiteiten onder de naam Alberts Frères voortzet. In Den Haag gaat Willy Mullens door met filmopnamen maken. Deze zijn in eerste instantie bestemd voor vertoning in zijn eigen Residentie-Bioscoop, of in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen dat hij ‘s zomers exploiteert. Hij verkoopt ze ook, waardoor hij in 1914 in de Schouwburgstraat een filmfabriek inricht. In 1915 maakt Mullens zijn eerste opdrachtfilm, Mooi Holland, op verzoek van de Vereniging “Vreemdelingenverkeer”. In 1916 volgt de grote regeringsfilm, de Leger- en Vlootfilm (Holland Neutraal). De firma Alberts Frères krijgt namelijk in augustus van dat jaar van de minister van Oorlog de opdracht een film te maken ‘om aan het Nederlandsche Volk, aan de bewoners van onze Koloniën en aan het buitenland een indruk te geven, dat onze weermacht, met de haar ten dienste staande middelen eene vergelijking met de buitenlandsche strijdmachten gerust kan doorstaan.’ Vanaf 1918 richt Mullens voor de productie van zijn films een nieuwe maatschappij op: de 's-Gravenhaagsche Filmfabriek, die na enkele maanden wordt omgedoopt in Haghe Film. De naam Alberts Frères blijft tot midden jaren twintig gehandhaafd voor Willy Mullens' voorstellingen in zijn bioscoop of in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag.