Testbeeld: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 11: | Regel 11: | ||
De witte lijnen mogen geen gekleurde randen vertonen. De achtergrond van het ruitpatroon buiten de cirkel moet egaal grijs zijn. | De witte lijnen mogen geen gekleurde randen vertonen. De achtergrond van het ruitpatroon buiten de cirkel moet egaal grijs zijn. | ||
De kwaliteit van het antennesysteem wordt getoond door middel van de dunne zwarte verticale lijn in het witte vlak boven in de cirkel. Er mogen geen herhalingen van deze lijn zichtbaar zijn. Het blokpatroon daaronder moet egaal zijn, | De kwaliteit van het antennesysteem wordt getoond door middel van de dunne zwarte verticale lijn in het witte vlak boven in de cirkel. Er mogen geen herhalingen van deze lijn zichtbaar zijn. Het blokpatroon daaronder moet egaal zijn, afwisselend zwart en zeer licht grijs (75% wit). | ||
De kleurband bevat rood, groen en blauw en de complementaire kleuren cyaan, magenta en geel. Bij zwart-wit ontvangst neemt de helderheid van deze reeks | De kleurband bevat rood, groen en blauw en de complementaire kleuren cyaan, magenta en geel. Bij zwart-wit ontvangst neemt de helderheid van deze reeks gelijkmatig af. | ||
De frequentiebanden in de onderste helft van de cirkel helpen bji het beoordelen van de scherpte van het beeld. De lijnen moeten duidelijk zichtbaar zijn. Bij de meeste ontvangers zal het meest rechtse blok niet meer als lijnpatroon te zien zijn. | De frequentiebanden in de onderste helft van de cirkel helpen bji het beoordelen van de scherpte van het beeld. De lijnen moeten duidelijk zichtbaar zijn. Bij de meeste ontvangers zal het meest rechtse blok niet meer als lijnpatroon te zien zijn. |
Huidige versie van 14 jan 2019 om 10:13
Het testbeeld is een elektronisch opgewekt hulpmiddel, uitgezonden om televisietoestellen correct af te stellen.
Aanvankelijk zijn er jarenlang kleurendia's en zwart-wit testplaten uitgezonden. De kleurendia's, afkomstig van Agfa, tonen portretten van (Duitse) bloemenmeisjes.
Op 1 januari 1975 zendt de PTT het nieuwe testbeeld voor het eerst uit. Vanaf 1 maart 1975 zendt ook de NOS het testbeeld uit. Het geeft zowel voor kleur als zwart-wit een visuele indruk van de geometrie van het beeld. De cirkel moet bijvoorbeeld zuiver rond zijn. Het ruitpatroon moet uit vierkantjes bestaan.
Bij een kleurontvanger kan aan de hand van het ruitpatroon de dekking van de basiskleuren (rood, groen en blauw) worden beoordeeld. Dit wordt ook wel met de term convergentie aangeduid.
De witte lijnen mogen geen gekleurde randen vertonen. De achtergrond van het ruitpatroon buiten de cirkel moet egaal grijs zijn.
De kwaliteit van het antennesysteem wordt getoond door middel van de dunne zwarte verticale lijn in het witte vlak boven in de cirkel. Er mogen geen herhalingen van deze lijn zichtbaar zijn. Het blokpatroon daaronder moet egaal zijn, afwisselend zwart en zeer licht grijs (75% wit).
De kleurband bevat rood, groen en blauw en de complementaire kleuren cyaan, magenta en geel. Bij zwart-wit ontvangst neemt de helderheid van deze reeks gelijkmatig af.
De frequentiebanden in de onderste helft van de cirkel helpen bji het beoordelen van de scherpte van het beeld. De lijnen moeten duidelijk zichtbaar zijn. Bij de meeste ontvangers zal het meest rechtse blok niet meer als lijnpatroon te zien zijn.
Met behulp van de grijstrap onder de frequentiebanden kan de helderheid en contrast worden getest. Bij een correcte instelling is het linkse blok zwart en het rechtse blok wit. De blokken daar tussenin verschillen in grijswaarden die twintig procent uiteen liggen.