Kanaalscheiding: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Elektronische componenten en leidingen hebben door hun functie invloed op hun omgeving. In een stereoversterker werken twee aparte versterkers in één behuizing. Ze zitten dicht bij elkaar maar mogen elkaar niet beïnvloeden. | Elektronische componenten en leidingen hebben door hun functie invloed op hun omgeving. In een stereoversterker werken twee aparte versterkers in één behuizing. Ze zitten dicht bij elkaar maar mogen elkaar niet beïnvloeden. | ||
Hetzelfde geldt voor signaalvoerende leidingen. Wanneer twee draden die elk een verschillend signaal transporteren vlak bij elkaar liggen kunnen ze elkaar beïnvloeden zodat de signalen niet zuiver worden doorgegeven. Men hoort dan signalen die alleen in het linkerkanaal thuishoren ook doorklinken in het rechterkanaal. | Hetzelfde geldt voor signaalvoerende leidingen. Wanneer twee draden die elk een verschillend signaal transporteren vlak bij elkaar liggen kunnen ze elkaar beïnvloeden zodat de signalen niet zuiver worden doorgegeven. Men hoort dan signalen die alleen in het linkerkanaal thuishoren ook doorklinken in het rechterkanaal. Dit verschijnsel heet [[overspraak]]. | ||
Deze beïnvloeding is ongewenst en door goede afscherming probeert men de twee kanalen zo goed mogelijk van elkaar te scheiden. De mate van kanaalscheiding wordt weergegeven in decibel, dB. Hoe meer dB de kanaalscheiding hoe beter. Een goede scheiding bedraagt 40 dB. | Deze beïnvloeding is ongewenst en door goede afscherming probeert men de twee kanalen zo goed mogelijk van elkaar te scheiden. De mate van kanaalscheiding wordt weergegeven in [[decibel]], dB. Hoe meer dB de kanaalscheiding hoe beter. Een goede scheiding bedraagt 40 dB. | ||
[[Category:Techniek]] | [[Category:Techniek]] |
Huidige versie van 21 jan 2013 om 09:25
Elektronische componenten en leidingen hebben door hun functie invloed op hun omgeving. In een stereoversterker werken twee aparte versterkers in één behuizing. Ze zitten dicht bij elkaar maar mogen elkaar niet beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor signaalvoerende leidingen. Wanneer twee draden die elk een verschillend signaal transporteren vlak bij elkaar liggen kunnen ze elkaar beïnvloeden zodat de signalen niet zuiver worden doorgegeven. Men hoort dan signalen die alleen in het linkerkanaal thuishoren ook doorklinken in het rechterkanaal. Dit verschijnsel heet overspraak. Deze beïnvloeding is ongewenst en door goede afscherming probeert men de twee kanalen zo goed mogelijk van elkaar te scheiden. De mate van kanaalscheiding wordt weergegeven in decibel, dB. Hoe meer dB de kanaalscheiding hoe beter. Een goede scheiding bedraagt 40 dB.