Piet Mondriaan: een filmessay: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{ Infobox Productie
{{ Infobox Productie
| periode = 1973
| periode = 1973
| archief_link = [http://zoeken.beeldengeluid.nl/internet/index.aspx?ChapterID=1164&searchText=Piet%20Mondriaan Beeld en Geluid]
| archief_link = [http://in.beeldengeluid.nl/collectie/details/expressie/27930/false/true Beeld en Geluid]
| makers = [[#Makers|Makers]]
| makers = [[#Makers|Makers]]
| achtergrond_info = [[#Achtergrondinformatie|Achtergrondinformatie]]
| achtergrond_info = [[#Achtergrondinformatie|Achtergrondinformatie]]
Regel 32: Regel 32:
Mixage [[Ed Pelster]]
Mixage [[Ed Pelster]]


Teksten [[Piet Mondriaan]] en [[Mart Ambry]]
Teksten [[Piet Mondriaan (persoon)|Piet Mondriaan]] en [[Mart Ambry]]


Gesproken door [[Bert Steinkamp]] en [[Guus van der Steen]], Engels: [[David Brierley]] en [[John Jory]]  
Gesproken door [[Bert Steinkamp]] en [[Guus van der Steen]], Engels: [[David Brierley]] en [[John Jory]]  
Regel 59: Regel 59:
In maart 1973 ging ''Piet Mondriaan: een filmessay'' in Amersfoort in première. In achttien minuten liet Crama aan de hand van een vijftigtal schilderijen en tekeningen Mondriaans ontwikkeling van naturalist tot abstract schilder zien. De twijfels die CRM en BuZA hadden gehad over de kwaliteit van de film, werden weldra ontkracht door de verschillende internationale onderscheidingen die de film te beurt vielen. Naast de oorspronkelijke, Nederlandse versie van de film waren er spoedig Engelse, Franse, Duitse en Spaanse versies in omloop. Nico Crama was zeker niet de enige filmmaker in Nederland, die een dergelijke ervaring beleefde, waarbij er achter zijn rug op alle mogelijke manieren werd gekonkelefoesd. Meestal was het resultaat dat een interessant project aan dergelijke intriges ten onderging. Bij PIET MONDRIAAN dus niet. Het is dan ook geen wonder dat Crama dit als zijn favoriete productie zou blijven beschouwen.  
In maart 1973 ging ''Piet Mondriaan: een filmessay'' in Amersfoort in première. In achttien minuten liet Crama aan de hand van een vijftigtal schilderijen en tekeningen Mondriaans ontwikkeling van naturalist tot abstract schilder zien. De twijfels die CRM en BuZA hadden gehad over de kwaliteit van de film, werden weldra ontkracht door de verschillende internationale onderscheidingen die de film te beurt vielen. Naast de oorspronkelijke, Nederlandse versie van de film waren er spoedig Engelse, Franse, Duitse en Spaanse versies in omloop. Nico Crama was zeker niet de enige filmmaker in Nederland, die een dergelijke ervaring beleefde, waarbij er achter zijn rug op alle mogelijke manieren werd gekonkelefoesd. Meestal was het resultaat dat een interessant project aan dergelijke intriges ten onderging. Bij PIET MONDRIAAN dus niet. Het is dan ook geen wonder dat Crama dit als zijn favoriete productie zou blijven beschouwen.  


Bron: Bert Hogenkamp in [[Nico Crama Filmmaker]], Nederlands Filmfestival (2004)
Bron: Bert Hogenkamp in ''Nico Crama Filmmaker'', Nederlands Filmfestival (2004)





Huidige versie van 1 sep 2017 om 17:36

Periode1973
Beschikbaar in archiefBeeld en Geluid
GenreDocumentaire, Kunst en cultuurprogramma
Decennia1970-1979
Lengte18 minuten
Mediumbioscoop, 35mm, kleur

Piet Mondriaan- een filmessay.jpg

Beschrijving

Aan de hand van een vijftigtal zorgvuldig uitgekozen schilderijen en tekeningen wordt Mondriaans ontwikkeling getoond van naturalisme, via kubisme naar pure abstractie. Ook aan de persoon van de schilder zelf wordt aandacht geschonken door middel van foto's en andere documenten, die een indruk geven van de omgeving waarin hij heeft gewerkt en geleefd.

Makers

Regie en productie Nico Crama

Scenario Mart Ambry, Hans Locher, Nico Crama

Rostrum camera Wim van Beelen

Camera Jan Oonk

Montage Astrid Weyman

Ontwerp geluidsband Mart Ambry

Mixage Ed Pelster

Teksten Piet Mondriaan en Mart Ambry

Gesproken door Bert Steinkamp en Guus van der Steen, Engels: David Brierley en John Jory Frans: Jacques Pradel en Paul-Jean de Redon

Muziek Edgard Varèse, Erik Satie, Handy, Johnson Ammans en Hessel de Vries

Titels Adelbert Foppe

In samenwerking met Haags Gemeentemuseum, Harry Holtzman

Met medewerking van Bert Haanstra Films

Financiële bijdragen Gemeente Amersfoort, Ministerie CRM, Ministerie van Buitenlandse Zaken

Achtergrondinformatie

Het Haags Gemeentemuseum werkte voor een aantal projecten samen met Nico Crama. Gezien de belangrijke collectie Mondriaan die het museum beheert, wilde het graag een film over de schilder. Bovendien werd in 1972 het honderste geboortejaar gevierd met tentoonstellingen in New York, Bern en Den Haag.

Voor de beoogde film was uitgebreide research nodig, de rechten op Mondriaans werk moesten bij de erfgenamen worden geregeld en er zou in het buitenland (in New York bijvoorbeeld, waar de schilder zijn laatste levensjaren had gesleten) moeten worden gefilmd. Een voorzichtige rekensom leverde een bedrag van fl. 80.000 aan productiekosten op. Ter vergelijking: Jan Vrijmans veelbesproken De werkelijkheid van Karel Appel (1962) had fl. 96.000 gekost. Al in de herfst van 1970 had museumdirecteur Wijsenbeek zich daarom tot het Ministerie van CRM gewend. De financiering werd een struikelblok. Crama wilde dat het geld niet uit de reguliere post voor Korte en Kunstzinnige film zou komen, maar uit een andere pot. De keuze voor Gerard Soeteman (bij de NOS werkzaam als kunstredacteur) als scenarioschrijver viel bij het ministerie niet in goede aarde.

Zonder toezeggingen en dus op eigen risico vloog Crama in oktober 1971 naar New York, waar de grote Mondriaan-tentoonstelling werd geopend en een internationaal symposium over de kunstenaar werd gehouden. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om grote kleurendia’s, Ektachromes, te laten maken van schilderijen van Mondriaan, die zich in de VS in particulier bezit vonden. In New York ontmoette hij ook professor Harry Holtzman, Mondriaans erfgenaam, die duidelijk onder de indruk raakte van de plannen van Crama en bereid was hem exclusief de verfilmingsrechten van Mondriaans werk te geven. Terug in Nederland wachtte hem echter een koude douche. Hij kreeg te horen dat zowel de Ministeries van Buitenlandse Zaken als CRM hem ‘te licht’ vonden voor de Mondriaan-film. Beide ministeries lieten weten dat ze een kandidaat hadden in wie ze wel vertrouwen hadden: John Fernhout. Blijkbaar had de maker van Sky over Holland (winnaar van een Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes 1967) nog wat tegoed van Den Haag. Het idee werd geopperd dat Crama fl. 15.000 betaald zou krijgen voor de research die hij tot dan toe had verricht, genoegen zou nemen met een credit op de aftiteling en de realisatie van de film verder aan Fernhout zou overlaten. Dit werd ook aan de directie van het Haags Gemeentemuseum meegedeeld. Crama stapte hierop naar Bert Haanstra, die voor de Haagse ambtenaren net een treetje hoger stond dan Fernhout. Haanstra verklaarde zich bereid om de productie van de Mondriaan-film op zich te nemen, maar de cultuurambtenaren bleken hier niet echt van onder de indruk. In juni 1972, toen de grote Mondriaan-tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum werd geopend, was er nog steeds geen toezegging van de beide departementen losgekomen en dus geen film. Crama had Soeteman inmiddels te kennen gegeven dat de voortgang van het project hoogst onzeker was en hij beter aan een nieuw script voor Paul Verhoeven kon gaan werken.

Uiteindelijk bleek Crama toch de grootste troef in handen te hebben: het vertrouwen van Mondriaan-erfgenaam Holtzman. CRM en BuZa kwamen alsnog met een bijdrage over de brug, terwijl de Gemeente Amersfoort (de geboortestad van Mondriaan) de productie eveneens financieel ondersteunde. Zo kon de Mondriaan-film op 35mm worden opgenomen. Vertrouwde technische krachten als Jan Oonk en Wim van Beelen verleenden hun medewerking, Mart van den Busken schreef de commentaartekst en ontwierp de geluidsband, terwijl Bert Haanstra zijn studio beschikbaar stelde voor het afwerken van de film.

In maart 1973 ging Piet Mondriaan: een filmessay in Amersfoort in première. In achttien minuten liet Crama aan de hand van een vijftigtal schilderijen en tekeningen Mondriaans ontwikkeling van naturalist tot abstract schilder zien. De twijfels die CRM en BuZA hadden gehad over de kwaliteit van de film, werden weldra ontkracht door de verschillende internationale onderscheidingen die de film te beurt vielen. Naast de oorspronkelijke, Nederlandse versie van de film waren er spoedig Engelse, Franse, Duitse en Spaanse versies in omloop. Nico Crama was zeker niet de enige filmmaker in Nederland, die een dergelijke ervaring beleefde, waarbij er achter zijn rug op alle mogelijke manieren werd gekonkelefoesd. Meestal was het resultaat dat een interessant project aan dergelijke intriges ten onderging. Bij PIET MONDRIAAN dus niet. Het is dan ook geen wonder dat Crama dit als zijn favoriete productie zou blijven beschouwen.

Bron: Bert Hogenkamp in Nico Crama Filmmaker, Nederlands Filmfestival (2004)


Prijzen

Mention et prix de qualité - Centre National de la Cinématographie, Paris 1974

Red Ribbon Award - 17th Annual American Film Festival 1975 of the Educational Film Library Association - New York City

Golden Eagle - Cine 1975 (Council on International Non-Theatrical Events), Washington

Ehrendiplom - Viennale 1975

Golden Babe Award in the Fine Arts, Senior Category - Chicagoland Educational Film Festival 1980

Special Jury Prize Hemisfilm - Intern. Fine Arts Center of the Southwest IFACS, USA 1981

Certificate of Recognition, Category "Art and Culture" - The Film Council of Greater Columbus