Jan Noorda: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 19: Regel 19:
Jan Noorda is in 1953 de 18e werknemer in dienst bij de Nederlandse Televisie Stichting. Daarvoor is hij reclametekenaar en schildert hij aankondigingen voor bioscopen. Hij reist enkele malen naar de Verenigde Staten "om zijn ogen de kost te geven".  Maar met de theaters gaat het steeds minder en de enorme handbeschilderde doeken op de voorgevels worden vervangen door lichtbakken of letters. In 1942 vesrtigd hij zich met zijn Reclameteeken- en kleinkunstbedrijf in Hilversum. Daar raakt hij bevriend met [[Peter Zwart]] die decors ontwerpt bij de NTS. Zwart vraagt Noorda om twaalf animaties te maken, Noorda heeft echter nog geen idee wat dat zijn, animations. Maar hij wordt al snel gegrepen door de magie van het televisievak. In studio Irene schildert hij achtergronddoeken, bouwt hij decors, schildert hij teksten op titelkaarten en maakt hij eenvoudige animaties.
Jan Noorda is in 1953 de 18e werknemer in dienst bij de Nederlandse Televisie Stichting. Daarvoor is hij reclametekenaar en schildert hij aankondigingen voor bioscopen. Hij reist enkele malen naar de Verenigde Staten "om zijn ogen de kost te geven".  Maar met de theaters gaat het steeds minder en de enorme handbeschilderde doeken op de voorgevels worden vervangen door lichtbakken of letters. In 1942 vesrtigd hij zich met zijn Reclameteeken- en kleinkunstbedrijf in Hilversum. Daar raakt hij bevriend met [[Peter Zwart]] die decors ontwerpt bij de NTS. Zwart vraagt Noorda om twaalf animaties te maken, Noorda heeft echter nog geen idee wat dat zijn, animations. Maar hij wordt al snel gegrepen door de magie van het televisievak. In studio Irene schildert hij achtergronddoeken, bouwt hij decors, schildert hij teksten op titelkaarten en maakt hij eenvoudige animaties.


In de loop van de jaren vijftig wordt Noorda chef van de afdeling Decoruitvoering, een onderafdeling van de Hoofdafdeling Materiele Uitvoering, waarvoor hij samenwerkt met decorontwerpers en de maquettebouwers. Hij is dan niet meer aan het ontwerpen, maar kan genoeg creativiteit kwijt in het uitvoeren van de waanzinnige ideeën van decorontwerpers en regisseurs binnen onmogelijk kleine budgetten. Zijn afdeling begint met drie bouwers, dat worden er 145. Noorda werkt dan inmidels niet meer mee aan de uitvoering, hij kent ´zijn´ mensen niet meer allemaal persoonlijk, kan de kwaliteit niet meer beoordelen en is vooral aan het vergaderen. De  Noorda doet een stapje terug en is zijn laatste periode bij de NOS secretaris van de ideeënbus. Mensen die suggesties of verbeteringen hebben, kloppen bij hem en samen proberen er dan iets aan te doen.  
In de loop van de jaren vijftig wordt Noorda chef van de afdeling Decoruitvoering, een onderafdeling van de Hoofdafdeling Materiele Uitvoering, waarvoor hij samenwerkt met decorontwerpers en de maquettebouwers. Hij is dan niet meer aan het ontwerpen, maar kan genoeg creativiteit kwijt in het uitvoeren van de waanzinnige ideeën van decorontwerpers en regisseurs binnen onmogelijk kleine budgetten. Zijn afdeling begint met drie bouwers, dat worden er 145. Noorda werkt dan inmidels niet meer mee aan de uitvoering, hij kent ´zijn´ mensen niet meer allemaal persoonlijk, kan de kwaliteit niet meer beoordelen en is vooral aan het vergaderen. Noorda doet een stapje terug en is zijn laatste periode bij de NOS secretaris van de ideeënbus. Mensen die suggesties of verbeteringen hebben, kloppen bij hem aan en samen proberen er dan iets aan te doen.  


Een logische stap want Noorda is zelf ook een uitvinder. Zijn grootste verdienste is de uitvinding van de decorvijzel, één enkel wieltje met een vijzel waardoor grote, zware decor onderdelen heel gemakkelijk verplaatst kunnen worden. Voor deze uitvinding, die wereldwijd gebruikt wordt en de omroep enorm veel geld heeft bespaard, ontvangt hij een lintje van de Koningin. Bij zijn afscheid krijgt hij dan ook als ludiek geschenk zo'n vijzel mee. Na zijn pensionering pakt Noorda het schilderen en fotografen weer op. Enkele jaren na zijn pensionering komt zijn zoon [[Robin Noorda]] te werken op de grafische afdeling van de NOS.
Een logische stap want Noorda is zelf ook een uitvinder. Zijn grootste verdienste is de uitvinding van de decorvijzel, één enkel wieltje met een vijzel waardoor grote, zware decor onderdelen heel gemakkelijk verplaatst kunnen worden. Voor deze uitvinding, die wereldwijd gebruikt wordt en de omroep enorm veel geld heeft bespaard, ontvangt hij een lintje van de Koningin. Bij zijn afscheid krijgt hij dan ook als ludiek geschenk zo'n vijzel mee. Na zijn pensionering pakt Noorda het schilderen en fotografen weer op. Enkele jaren na zijn pensionering komt zijn zoon [[Robin Noorda]] te werken op de grafische afdeling van de NOS.


[[Category:personen|Noorda, Jan]] [[Category:Omroepbestuurder |Noorda,Jan]]
[[Category:personen|Noorda, Jan]] [[Category:Omroepbestuurder |Noorda,Jan]]

Versie van 23 nov 2015 14:07

Jan Noorda

NaamJan Noorda
GeborenOnbekend, 1919
GestorvenOnbekend, 2007
FunctiesDecorbouwer, omroepbestuurder, uitvinder
Bekend vande decorvijzel
Periode actief1953- eind jaren zeventig
Werkt samen metPeter Zwart, Jan Pet, André van Dijk, Jac Hey
TriviaTrivia

Jan Noorda in de media

Jan Noorda is in 1953 de 18e werknemer in dienst bij de Nederlandse Televisie Stichting. Daarvoor is hij reclametekenaar en schildert hij aankondigingen voor bioscopen. Hij reist enkele malen naar de Verenigde Staten "om zijn ogen de kost te geven". Maar met de theaters gaat het steeds minder en de enorme handbeschilderde doeken op de voorgevels worden vervangen door lichtbakken of letters. In 1942 vesrtigd hij zich met zijn Reclameteeken- en kleinkunstbedrijf in Hilversum. Daar raakt hij bevriend met Peter Zwart die decors ontwerpt bij de NTS. Zwart vraagt Noorda om twaalf animaties te maken, Noorda heeft echter nog geen idee wat dat zijn, animations. Maar hij wordt al snel gegrepen door de magie van het televisievak. In studio Irene schildert hij achtergronddoeken, bouwt hij decors, schildert hij teksten op titelkaarten en maakt hij eenvoudige animaties.

In de loop van de jaren vijftig wordt Noorda chef van de afdeling Decoruitvoering, een onderafdeling van de Hoofdafdeling Materiele Uitvoering, waarvoor hij samenwerkt met decorontwerpers en de maquettebouwers. Hij is dan niet meer aan het ontwerpen, maar kan genoeg creativiteit kwijt in het uitvoeren van de waanzinnige ideeën van decorontwerpers en regisseurs binnen onmogelijk kleine budgetten. Zijn afdeling begint met drie bouwers, dat worden er 145. Noorda werkt dan inmidels niet meer mee aan de uitvoering, hij kent ´zijn´ mensen niet meer allemaal persoonlijk, kan de kwaliteit niet meer beoordelen en is vooral aan het vergaderen. Noorda doet een stapje terug en is zijn laatste periode bij de NOS secretaris van de ideeënbus. Mensen die suggesties of verbeteringen hebben, kloppen bij hem aan en samen proberen er dan iets aan te doen.

Een logische stap want Noorda is zelf ook een uitvinder. Zijn grootste verdienste is de uitvinding van de decorvijzel, één enkel wieltje met een vijzel waardoor grote, zware decor onderdelen heel gemakkelijk verplaatst kunnen worden. Voor deze uitvinding, die wereldwijd gebruikt wordt en de omroep enorm veel geld heeft bespaard, ontvangt hij een lintje van de Koningin. Bij zijn afscheid krijgt hij dan ook als ludiek geschenk zo'n vijzel mee. Na zijn pensionering pakt Noorda het schilderen en fotografen weer op. Enkele jaren na zijn pensionering komt zijn zoon Robin Noorda te werken op de grafische afdeling van de NOS.