Anton Buurman van Vreeden
Naam | Anton Albert Elize Buurman van Vreeden |
Geboren | ., 1891 |
Gestorven | ., 18 december 1979 |
Functies | Amateurfilmer |
Bekend van | |
Periode actief | 1920-1942 |
Trivia | broer van luitenant-generaal D.C. Buurman van Vreeden, de laatste Nederlandse legercommandant in Nederlands-Indië |
Dunlop & Co
Anton Buurman van Vreeden, geboren in 1891, stamt uit een Nederlands-Indisch geslacht. Zijn vader Willem, Hoofd-Inspecteur van het Boschwezen, laat de achternaam Buurman uitbreiden met de toevoeging "Van Vreeden". Anton Buurman van Vreeden is lange tijd verbonden aan de firma E. Dunlop & Co: eerst als leidinggevende van het kantoor in Medan, later als directeur van de vestiging in Batavia. Zijn huwelijk uit 1916 met Eugenie van der Meer blijft kinderloos. In de jaren 20 en 30 maakt hij met zijn vrouw verschillende reizen in Nederlands-Indië en in Europa.
Werkzaam in Nederland
Op 31 oktober 1933 verruilen Anton en Engenie Buurman van Vreeden Nederlands-Indië voor Nederland. Ze reizen per vliegtuig en schip naar Amsterdam, waar Buurman van Vreeden leiding gaat geven aan het hoofdkantoor van Dunlop & Co. Sinds januari 1938 wordt Buurman van Vreeden benoemd tot consul van Liberia in Amsterdam. Voor zijn verdiensten wordt hij onderscheiden als Commander in de Order of the Star of Africa en de Order in the African Redemption.
Latere carrière
In 1941 overlijdt zijn echtgnote Eugenie. Buurman van Vreeden hertrouwt in 1943 met J. Vervoort en zij krijgen twee zoons: Anton jr (bijnaam Tony) en Huibert Julius (Huib). Vanaf 1950 is Buurman van Vreeden secretaris van de Nederlandse Unie van Metaalgieterijen en Aanverwante Bedrijven (NUMAB). Anton Buurman van Vreeden overlijdt op 18 december 1979, 88 jaar oud.
Films
Anton Buurman van Vreeden was een verwoed amateurfilmer en legde de vele reizen en uitstapjes vast op film. Zijn oeuvre beslaat 17 films over de periode vanaf 1920. Het zijn vooral familie- en vakantiefilms, maar hij heeft ook de Olympische Winterspelen van 1928 in Sankt Morritz gefilmd, net als de begrafenisstoet van de overleden koningin-moeder prinses Emma, op 27 maart 1934.